Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Ständige Rechtsprechung

Traduction de «ständiger rechtsprechung keine » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE
voir aussi les traductions en contexte ci-dessous




ständige Rechtsprechung

constante rechtspraak | vaste jurisprudentie
TRADUCTIONS EN CONTEXTE
Zwar bestätigen, gemäß dem Europäischen Gerichtshof für Menschenrechte, ' die Erfordernisse der Rechtssicherheit und des Schutzes des rechtmäßigen Vertrauens der Rechtsuchenden kein erworbenes Recht auf eine ständige Rechtsprechung ' (EuGHMR, 18. Dezember 2008, Unedic gegen Frankreich, § 74), doch muss der Gerichtshof über die Kohärenz seiner Rechtsprechung wachen und ' ist es im Interesse der Rechtssicherheit, der Vorhersehbarkeit und der Gleichheit vor dem Gesetz, dass e ...[+++]

Ook al bevestigen, volgens het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, ' de vereisten van de rechtszekerheid en van de bescherming van het gewettigd vertrouwen van de rechtzoekenden geen verworven recht op een vaste rechtspraak ' (EHRM, 18 december 2008, Unedic t. Frankrijk, § 74), toch moet het Hof waken over de samenhang van zijn rechtspraak en ' het is in het belang van de rechtszekerheid, van de voorzienbaarheid en van de gelijkheid voor de wet dat het niet zonder geldig motief afwijkt van zijn precedenten ' (zie EHRM, grote kamer, 15 oktober 2009, Micallef t. Malta, § 81).


Nach ebenfalls ständiger Rechtsprechung sind die Kriterien für die Beurteilung der Unterscheidungskraft dreidimensionaler Marken, die aus dem Erscheinungsbild der Ware selbst bestehen, keine anderen als die für andere Kategorien von Marken geltenden (vgl. u. a. Urteile Mag Instrument/HABM, Randnr. 30, vom 12. Januar 2006, Deutsche SiSi-Werke/HABM, C‑173/04 P, Slg. 2006, I‑551, Randnr. 27, Storck/HABM, Randnr. 26, und vom 4. Oktober 2007, Henkel/HABM, C‑144/06 P, Slg. 2007, I‑8109, Randnr. 36).

Volgens eveneens vaste rechtspraak verschillen de criteria ter beoordeling van het onderscheidend vermogen van driedimensionale merken bestaande in de verschijningsvorm van de waar zelf, niet van die welke voor andere categorieën van merken gelden (zie onder meer arrest Mag Instrument/BHIM, reeds aangehaald, punt 30; arrest van 12 januari 2006, Deutsche SiSi-Werke/BHIM, C‑173/04 P, Jurispr. blz. I‑551, punt 27; arrest Storck/BHIM, reeds aangehaald, punt 26, en arrest van 4 oktober 2007, Henkel/BHIM, C‑144/06 P, Jurispr. blz. I‑8109, punt 36).


Darüber hinaus hält die ständige Rechtsprechung fest, dass Wettbewerbsrecht, insbesondere die Vorschriften bezüglich Missbrauch einer marktbeherrschenden Stellung im Falle der Beziehungen zwischen einer Tochtergesellschaft und ihrer Muttergesellschaft, keine Anwendung finden (siehe insbesondere EuGH, Viho Europe BV/Kommission, Rs. C-73/95).

Bovendien is het eveneens vaste rechtspraak dat het mededingingsrecht, en in het bijzonder de regels met betrekking tot misbruik van een dominante positie, niet van toepassing zijn op de betrekkingen tussen een dochtermaatschappij en haar moedermaatschappij (zie met name HFEG, Viho Europe BV/Commissie, zaak C-73/95).


2. hebt hervor, dass nach ständiger Rechtsprechung des Gerichtshofs die Mitgliedstaaten keine Mindeststandards in Bezug auf Fragen setzen dürfen, die in der Entsenderichtlinie nicht geregelt sind, und dass der Inhalt solcher Mindeststandards nur durch in der Richtlinie genannte Quellen bestimmt werden darf;

2. benadrukt dat, overeenkomstig de rechtspraak van het Hof van Justitie lidstaten geen minimumnormen mogen opleggen met betrekking tot kwesties waar de PWD niet in voorziet en dat de inhoud van dergelijke minimumnormen niet bepaald mag worden door een bron waarin die richtlijn niet voorziet;


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
36 Ferner sind nach ständiger Rechtsprechung die Kriterien für die Beurteilung der Unterscheidungskraft von Marken, die aus dem Erscheinungsbild der Ware selbst bestehen, keine anderen als für die übrigen Markenkategorien (vgl. Urteil des Gerichtshofs vom 22. Juni 2006, Storck/HABM, C‑24/05 P, Slg. 2006, I‑5677, Randnr. 24 und die dort angeführte Rechtsprechung).

Met betrekking tot het onderzoek van het onderscheidend vermogen dient eraan te worden herinnerd dat volgens de rechtspraak de criteria ter beoordeling van het onderscheidend vermogen van merken bestaande in de verschijningsvorm van de waar zelf, niet verschillen van die welke voor andere categorieën van merken gelden (zie arrest Hof van 22 juni 2006, Storck/BHIM, C‑24/05 P, Jurispr. blz. I‑5677, punt 24, en de aldaar aangehaalde rechtspraak).


Nach ebenfalls ständiger Rechtsprechung sind die Kriterien für die Beurteilung der Unterscheidungskraft dreidimensionaler Marken, die aus dem Erscheinungsbild der Ware selbst bestehen, keine anderen als für die übrigen Markenkategorien.

80 Eveneens volgens vaste rechtspraak verschillen de criteria ter beoordeling van het onderscheidend vermogen van driedimensionale merken bestaande in de verschijningsvorm van de waar zelf, niet van die welke voor andere categorieën van merken gelden.


Diese Vorgehensweise entspricht somit allgemeiner Praxis und stellt nach ständiger Rechtsprechung keine staatliche Beihilfe im Sinne von Artikel 61 EWR-Abkommen dar.“

Bijgevolg is de praktijk een algemene maatregel, die volgens vaste rechtspraak geen staatssteum vormt in de zin van artikel 61 van de EER-Overeenkomst”.


26 Dabei sind nach ebenfalls ständiger Rechtsprechung die Kriterien für die Beurteilung der Unterscheidungskraft dreidimensionaler Marken, die aus der Form der Ware selbst bestehen, keine anderen als für die übrigen Markenkategorien (Urteile Henkel/HABM, Randnr. 38, vom 7. Oktober 2004 in der Rechtssache C‑136/02 P, Mag Instrument/HABM, Slg. 2004, I‑9165, Randnr. 30, und Deutsche SiSi-Werke/HABM, Randnr. 27).

26 Eveneens volgens vaste rechtspraak verschillen de criteria ter beoordeling van het onderscheidend vermogen van driedimensionale merken bestaande in de verschijningsvorm van de waar zelf, niet van die welke voor andere categorieën merken gelden (arrest Henkel/BHIM, reeds aangehaald, punt 38; arrest van 7 oktober 2004, Mag Instrument/BHIM, C‑136/02 P, Jurispr. blz. I‑9165, punt 30, en arrest Deutsche SiSi-Werke/BHIM, reeds aangehaald, punt 27).


42 Das HABM macht zum ersten Teil des zweiten Rechtsmittelgrundes geltend, das Gericht habe an die Unterscheidungskraft dreidimensionaler Marken keine strengeren Anforderungen gestellt, sondern lediglich auf die ständige Rechtsprechung verwiesen, wonach die Wahrnehmung der maßgeblichen Verkehrskreise im Fall einer dreidimensionalen Marke, die im Erscheinungsbild der Ware selbst bestehe, nicht notwendig die gleiche wie bei einer Wort‑ oder einer Bildmarke sei.

42 Met betrekking tot het eerste onderdeel van het tweede middel betoogt het BHIM dat het Gerecht geen strengere eisen heeft gesteld ter zake van het onderscheidend vermogen van driedimensionale merken, maar slechts heeft verwezen naar de vaste rechtspraak volgens welke de perceptie van het publiek in het geval van een driedimensionaal merk bestaande uit de verschijningsvorm van de waar, niet noodzakelijkerwijs dezelfde is als in het geval van een woord‑ of beeldmerk.


Das Verhältnis zwischen dem Gemeinschaftsrecht auf der einen und dem nationalen Verfassungsrecht der Mitgliedstaaten auf der anderen Seite schien bis vor einigen Jahren weitgehend geklärt zu sein: Zwar enthalten die Gemeinschaftsverträge keine ausdrückliche Regelung des Rangverhältnisses, jedoch hatte der Europäische Gerichtshof seit den in den Jahren 1964 und 1970 ergangenen Urteilen in Fällen Costa ./. ENEL und Internationale Handelsgesellschaft in ständiger Rechtsprechung den absoluten Vorrang sowohl des primären wie des sekundären ...[+++]

De verhouding tussen het Gemeenschapsrecht enerzijds en het nationaal constitutioneel recht anderzijds leek tot enkele jaren geleden vrij duidelijk vastgelegd: weliswaar bevatten de Verdragen tot oprichting van de Gemeenschap geen uitdrukkelijke regeling van de rangorde, doch het Europees Hof van Justitie bekrachtigde sinds de in 1964 en 1970 uitgebrachte arresten in de zaak Costa/ ENEL en Internationale Handelsgesellschaft in zijn jurisdictie steeds weer de absolute voorrang van het primaire en het afgeleide Gemeenschapsrecht vóór alle normen van het nationale recht - met inbegrip van het constitutioneel recht en de hierdoor gewaarborgd ...[+++]




D'autres ont cherché : ständige rechtsprechung     ständiger rechtsprechung keine     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'ständiger rechtsprechung keine' ->

Date index: 2023-07-26
w