Artikel 6 Absatz 1 Unterabsätze 4 und 5 der Verordnung (EWG) Nr. 3820/85 oder erforderlichenfalls Artikel 6 Absatz 1 Unterabsatz 4 des AETR-Übereinkommens haben Vorrang vor den Bestimmungen dieser Richtlinie, sofern die betroffenen Fahrer eine durchschnittliche Arbeitszeit von 48 Stunden pro Woche in einem Zeitraum von vier Monaten nicht überschreiten.
Artikel 6, lid 1, vierde en vijfde alinea, van Verordening (EEG) nr. 3820/85 of, voorzover noodzakelijk, artikel 6, lid 1, vierde alinea, van de AETR-overeenkomst, hebben voorrang op deze richtlijn, voorzover de betrokken bestuurders over een periode van vier maanden het gemiddelde van 48 uur per week niet overschrijden.