Vertaling van "strategie „mobilität " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

geografische Mobilität | örtliche Mobilität | räumliche Mobilität | territoriale Mobilität
geografische mobiliteit | ruimtelijke mobiliteit

Mobilität der Arbeitskräfte [ Austausch von Arbeitskräften | Mobilität der Arbeitnehmer | Mobilität des Personals ]
mobiliteit van arbeidskrachten [ detacheren | mobiliteit van personeel | uitwisseling van arbeidskrachten ]

schulische Mobilität [ Mobilität der Schüler | Mobilität der Studenten ]
studentenmobiliteit [ mobiliteit van de leerlingen | mobiliteit van de studenten ]

dauerhafte Mobilität | umweltgerechte Mobilität | umweltgerechtes Verkehrswesen
duurzame mobiliteit | milieuvriendelijk vervoer

räumliche Mobilität [ geografische Mobilität ]
geografische mobiliteit

Beihilfe zur Förderung der geografischen Mobilität | Beihilfe zur Förderung der räumlichen Mobilität
vergoedingen voor geografische mobiliteit

eine Strategie in Aufgaben und Zielsetzungen verwandeln | Strategie in Aktionen und Ziele umwandeln | Strategie in Maßnahmen und Ziele umwandeln
een strategie omzetten in concrete actie en doelen | strategieën omzetten in actie en doelstellingen | plannen omzetten in daden | strategieën vertalen in activiteiten en doelstellingen

Mobilität
mobiliteit

Strategie des Kundendialogs anwenden
strategieën voor klantengagement toepassen

Strategie für Kundenkonto entwickeln
clientstrategie ontwikkelen | strategie ontwikkelen voor clientaccounts | clientaccount beheren | clientaccountstrategie ontwikkelen

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Anknüpfend an den Bericht[11] einer hochrangigen Arbeitsgruppe von Vertretern der Forschungsminister stellte die Kommission im Juni 2001 in der Mitteilung[12] „Eine Strategie für die Mobilität im Europäischen Forschungsraum” eine Strategie vor, wie für Forscher die Mobilität im Europäischen Forschungsraum attraktiver gestaltet werden könnte.
Naar aanleiding van het verslag[11] van een groep vertegenwoordigers van hoog niveau van ministeries van Onderzoek stelde de Commissie in juni 2001 een kommunicatie vast[12] over “Een mobiliteitsstrategie voor de Europese onderzoekruimte”, waarin een strategie wordt gepresenteerd voor de totstandkoming van een gunstige omgeving voor de mobiliteit van onderzoekers in de EOR.

d) die Annahme einer für das Gebiet spezifischen Strategie in Sachen Mobilität einschließlich des Güterverkehrs, mit alternativen Verkehrsträgern, wie z.B. öffentlichen Verkehrsmitteln, sanften Mobilitätsformen, Carsharing-Fahrzeugen oder Fahrgemeinschaften.
d) de goedkeuring van een mobiliteitstrategie specifiek voor de omtrek, waarin het vervoer van goederen wordt inbegrepen en waarin het gebruik van alternatieve vervoerswijzen worden voorzien, zoals het openbaar vervoer, de zachte vervoermiddelen, de gedeelde vervoermiddelen of de carpooling.

1. betont, dass eine europäische Verkehrstechnologie-Strategie im Interesse der künftigen nachhaltigen Mobilität Europas in erster Linie die Qualität der Dienstleistung, den Komfort von Passagieren und Unternehmen und die Nutzung nachhaltiger Mobilität fördern muss und auf den Zielen und Rechtsvorschriften der Union in Bezug auf die Verringerung des Energieverbrauchs, des Verkehrslärms, der Luftbelastung durch Schadstoffe, der Rohstoffnutzung und der Treibhausgasemissionen bis 2020, 2030 und 2050 sowie in Bezug auf die Verbesserung der Gesundheit und Lebensqualität, die Steigerung der Dienstleistungsqualität und die Erhöhung der Sicherheit basieren sollte;
1. beklemtoont dat een Europese vervoerstechnologiestrategie voor de toekomstige duurzame mobiliteit in Europa in de eerste plaats de kwaliteit van de dienstverlening, het gemak voor reizigers en bedrijven en het gebruik van duurzame mobiliteit moet aanmoedigen en dat dit gestoeld moet zijn op de doelstellingen en wetgeving van de Unie wat betreft terugdringing van het energieverbruik, verkeerslawaai, luchtverontreiniging, grondstoffenverbruik en uitstoot van broeikasgassen voor de jaren 2020, 2030 en 2050, en wat betreft verbetering van de volksgezondheid en leefkwaliteit, dienstverlening, een gaandeweg persoonsgerichter en bevredigender vervulling van de behoeften van de consument, en meer veiligheid en zekerheid;

58. erklärt, dass die derzeitigen Systeme auf dem Gebiet der allgemeinen und beruflichen Bildung die hohe Abbrecherquote bei Menschen mit Behinderungen nicht verhindern können, sofern nicht zusätzliche öffentliche Maßnahmen zur spezifischen Lernunterstützung umgesetzt werden, da das Ziel der Strategie Europa 2020 eine Verringerung der Zahl auf unter 10 % beinhaltet; betont, dass dies zu erheblichen sozialen und beschäftigungspolitischen Benachteiligungen von Menschen mit Behinderungen und insbesondere in der gegenwärtigen Wirtschaftskrise zu Armut führt; betont angesichts der hohen Abbrecherquote bei Menschen mit Behinderungen und in Kenntnis der Schlussfolgerungen des Rates vom 11. Mai 2010 zur sozialen Dimension der allgemeinen und beruflichen Bildung die Bedeutung von Investitionen in wirksame (und alternative) Programme zur allgemeinen (und beruflichen) Bildung, die auf die Bedürfnisse, Eigenschaften und Fähigkeiten von Menschen mit Behinderungen zugeschnitten sind, sowie die Förderung solcher Programme; stellt fest, dass dies das Vorhandensein qualifizierter und motivierter Fachkräfte in angemessener Zahl sowie solider und geeigneter Programme erfordert, die auch in den Lehrplänen sämtlicher Einrichtungen zur beruflichen Aus- und Weiterbildung sowie an den Hochschulen berücksichtigt werden müssen, einschließlich in außerschulischen Programmen für Menschen mit Behinderungen, um negative Einstellungen gegenüber Kindern mit Behinderungen zu bekämpfen und ihnen zu ermöglichen, die für den modernen und offenen Arbeitsmarkt erforderlichen angemessenen Qualifikationen zu erwerben; fordert die Mitgliedstaaten und die Kommission auf, Menschen mit Behinderungen einen besseren Zugang zu Informationen über bestehende Mobilitäts- und Bildungsprogramme sowie einen gleichberechtigten Zugang zu Programmen des lebensbegleitenden Lernens zu ermöglichen; stellt in diesem Zusammenhang fest, dass für die Umsetzung von Artikel 24 des Übereinkommens der Vereinten Nationen über ...
58. verklaart dat de huidige onderwijs- en opleidingssystemen niet voldoen om het hoge uitvalpercentage van mensen met een handicap te voorkomen zonder extra beleidsmaatregelen van de overheid die voorzien in specifieke leerondersteuning, aangezien in verband met de doelstelling van de EU-2020-strategie een vermindering van het uitvalpercentage tot minder dan 10% wordt genoemd; benadrukt dat dit leidt tot een sterk benadeelde positie, maatschappelijk en op de arbeidsmarkt, met armoede als gevolg voor mensen met een handicap, vooral in de huidige economische crisis; wijst, gezien de hoge schooluitval onder mensen met een handicap, en in het licht van de conclusies van de Raad van 11 mei 2010 over de sociale dimensie van onderwijs en opleiding, op de noodzaak om te investeren in en te werken aan de bevordering van (alternatieve) onderwijs- en (beroepsmatige) opleidingsprogramma's die zijn aangepast aan de behoeften, kenmerken en capaciteiten van mensen met een handicap, en merkt op dat dit betekent dat er voldoende gekwalificeerde en gemotiveerde leerkrachten beschikbaar moeten zijn met degelijke en adequate programma's, alsook dat deze programma's beschikbaar moeten zijn in de curricula van alle hogere instellingen voor beroepsonderwijs en –opleiding en hoger onderwijs, en ook in programma's buiten het curriculum voor mensen met een handicap, om de negatieve houding ten aanzien van kinderen met een handicap te bestrijden en ervoor te zorgen dat zij adequate kwalificaties kunnen verwerven voor de moderne en open arbeidsmarkt; dringt er bij de lidstaten en de Commissie op aan mensen met een handicap in staat te stellen betere toegang te hebben tot informatie over bestaande mobiliteits- en onderwijsprogramma's alsook gelijke toegang tot programma's voor levenslang leren; merkt op dat tegelijk moet worden gezorgd voor mainstreaming van anti-discriminatie in de EU-2020-strategie en de kerninitiatieven, om te voldoen aan artikel 24 van het VN-Verdrag;

G. in der Erwägung, dass die Förderung der Mobilität der Arbeitnehmer einen positiven Beitrag zur Umsetzung der Beschäftigungsziele der Strategie Europa 2020 leistet; fordert die Kommission auf, die Mobilität der Arbeitskräfte in die Leitinitiativen aufzunehmen, und ersucht die Mitgliedstaaten, den Aspekt der Arbeitskräftemobilität und geografischen Mobilität bei der Ausarbeitung ihrer nationalen Strategien und Reformprogramme zu berücksichtigen;
G. overwegende dat het bevorderen van de mobiliteit van werknemers een positieve bijdrage levert aan het verwezenlijken van de werkgelegenheidsdoelstellingen zoals geformuleerd in de Europa 2020-strategie; nodigt de Commissie uit om de arbeidsmobiliteit te integreren in de kerninitiatieven en roept de lidstaten op de arbeidsmobiliteit en geografische mobiliteitsdimensie in aanmerking te nemen bij het ontwikkelen van hun nationale strategieën en hervormingsprogramma's;

Die Kommission hat in ihrer Mitteilung vom 3. März 2010 mit dem Titel „Europa 2020: Eine Strategie für intelligentes, nachhaltiges und integratives Wachstum“ eine auf Wissen und Innovation gestützte Wirtschaft („intelligentes Wachstum“) als einen ihrer Schwerpunkte bestimmt und eine Leitinitiative (Jugend in Bewegung) hervorgehoben, deren Ziele in der Steigerung der Leistung und internationalen Attraktivität der höheren Bildungseinrichtungen Europas und der Verbesserung der Qualität der allgemeinen und beruflichen Bildung in der Union insgesamt durch Exzellenz und Gerechtigkeit sowie Förderung der Mobilität junger Menschen und der Verbesserung ihrer Beschäftigungschancen bestehen.
In de mededeling van de Commissie van 3 maart 2010, „Europa 2020 — Een strategie voor slimme, duurzame en inclusieve groei”, is een van de prioriteiten de ontwikkeling van een economie op basis van kennis en innovatie („slimme groei”) en wordt de aandacht gevestigd op het vlaggenschipinitiatief („Jeugd in beweging”) om de resultaten en de internationale aantrekkingskracht van de hogeronderwijsinstellingen in Europa te verbeteren en de algemene kwaliteit van alle onderwijs- en opleidingsniveaus in de Unie te verhogen, met evenveel aandacht voor talent als voor gelijke kansen, door de mobiliteit van jongeren te bevorderen en hun werkgelegenheidssituatie te verbeteren.

- (EL) Herr Präsident, dieser Bericht zur Mobilität in der Stadt bildet einen wichtigen Bestandteil für eine tragfähige Mobilität in Europa und einen integralen Bestandteil der Strategie, umweltverträgliches Wachstum zu erzielen und der Lissabon-Strategie.
– (EL) Mijnheer de Voorzitter, het onderhavige verslag over stedelijke mobiliteit is een belangrijke bijdrage aan duurzame mobiliteit in Europa en een vast bestanddeel van de strategie voor duurzame ontwikkeling en de verwezenlijking van de doelstellingen van Lissabon.

Mit der Erklärung von Bologna vom 19. Juni 1999 wurde ein zwischenstaatlicher Prozess begründet, der auf die Schaffung eines Europäischen Hochschulraums (EHR) abzielt und der von der Europäischen Union aktiv unterstützt wird; die für das Hochschulwesen in den Teilnehmerstaaten zuständigen Minister haben auf ihrer Tagung in Bukarest im April 2012 für den EHR die Strategie „Mobilität für besseres Lernen 2020“ als festen Bestandteil der Anstrengungen zur Förderung der Internationalisierung der Hochschulbildung angenommen
Bij de Verklaring van Bologna van 19 juni 1999 werd een intergouvernementeel proces ingesteld waarmee werd beoogd een Europese hogeronderwijsruimte (EHOR) tot stand te brengen, welke door de Europese Unie actief wordt ondersteund; de met hoger onderwijs belaste ministers van de deelnemende landen hebben tijdens hun bijeenkomst in april 2012 in Boekarest de Mobility for Better Learning Strategy 2020 voor het EHOR aangenomen, als integrerend deel van hun inspanningen om de internationalisering van het hoger onderwijs te bevorderen

Die in diesem Dokument beschriebene Strategie berücksichtigt die Arbeit der hochrangigen Sachverständigengruppe und laufende Arbeiten der Kommission über Mobilität in den Bereichen allgemeine Bildung [14], unselbständige Beschäftigung (Hochrangige Task Force ,Qualifikationen und Mobilität") und öffentliche Verwaltung [15].
Bij de in dit document beschreven strategie wordt rekening gehouden met de werkzaamheden van de eerder genoemde werkgroep en met de doorlopende werkzaamheden op communautair niveau op het gebied van onderwijs [14], werkgelegenheid (Task Force op hoog niveau voor vaardigheden en mobiliteit) en openbaar bestuur.