Nach Artikel 16 Absätze 3 und 4 ist von den Mitgliedstaaten sicherzustellen, dass für unbegleitete Kinder, die Opfer von Menschenhandel sind, ein Vormund und ein Vertreter mit Verantwortung bei strafrechtlichen Ermittlungen und Strafverfahren bestellt werden.
Op grond van artikel 16, leden 3 en 4, moeten lidstaten zorgen dat een voogd en een vertegenwoordiger, die verantwoordelijk is bij strafrechtelijke onderzoeken en procedures, aan niet-begeleide minderjarige slachtoffers van mensenhandel worden toegewezen.