In derartigen grenzüberschreitenden Fällen sollten die Mitgliedstaaten das Strafverfahren einschließlich der Ahndung mit Hilfe der durch den Rahmenbeschluss 2009/948/JI vom 30. November 2009 zur Vermeidung und Beilegung von Kompetenzkonflikten in Strafverfahren[34] geschaffenen Mechanismen auf einen Mitgliedstaat konzentrieren, sofern dies nicht unangebracht ist.
Overeenkomstig de mechanismen die zijn vastgesteld in Kaderbesluit 2009/948/JBZ van de Raad van 30 november 2009 over het voorkomen en beslechten van geschillen over de uitoefening van rechtsmacht bij strafprocedures[34], moeten de lidstaten dergelijke procedures, met inbegrip van vervolging, in dergelijke grensoverschrijdende gevallen in één lidstaat concentreren tenzij dit niet is aangewezen.