Traduction de «straftat besteht sollten » (Allemand → Néerlandais) :

Um in vollem Umfang ihre Verpflichtung zu erfüllen, die EUStA in Kenntnis zu setzen, wenn der Verdacht auf eine in deren Zuständigkeit fallende Straftat besteht, sollten die nationalen Behörden der Mitgliedstaaten sowie alle Organe, Einrichtungen und sonstigen Stellen der Union die bestehenden Meldeverfahren einhalten und über effiziente Mechanismen für eine erste Bewertung der ihnen gegenüber geäußerten Behauptungen verfügen.
Om te voldoen aan hun verplichting om het EOM in kennis te stellen wanneer vermoed wordt dat een strafbaar feit is gepleegd dat binnen zijn bevoegdheid valt, dienen de nationale autoriteiten van de lidstaten en de instellingen, organen en instanties van de Unie de bestaande meldingsprocedures te volgen en over een efficiënt mechanisme beschikken voor een eerste beoordeling van de gemelde vermoedens.

Engere Zusammenarbeit mit den Behörden: Gibt es Beweise für eine schwere Straftat oder besteht der Verdacht, dass illegale Inhalte eine Gefahr für Leben oder Sicherheit darstellen, sollten die Unternehmen die Strafverfolgungsbehörden unverzüglich informieren.
Nauwere samenwerking met de autoriteiten: Indien er bewijs is van een ernstig strafbaar feit of een vermoeden dat illegale inhoud mensenlevens in gevaar brengt of veiligheidsrisico's in zich bergt, moeten bedrijven de rechtshandhavingsinstanties onmiddellijk op de hoogte brengen.

(10g) Opfer sollten über ein etwaiges Recht auf einen Rechtsbehelf gegen eine Entscheidung über die Freilassung des Straftäters unterrichtet werden, wenn dieses Recht nach den einzelstaatlichen Rechtsvorschriften besteht.
(10 octies) Het slachtoffer moet informatie krijgen over zijn recht op beroep tegen een beslissing tot vrijlating van de dader, voor zover de nationale wetgeving in dat recht voorziet.

18. ist angesichts der wiederholten Vorwürfe des Missbrauchs von Artikel 359 des Strafgesetzbuchs (Amtsmissbrauch) ernsthaft besorgt, der dem Vernehmen nach mit dem ungerechtfertigten Einfrieren einer großen Zahl von Vermögenswerten von Unternehmen und Privatpersonen einherging; hebt hervor, dass diese Vorwürfe das Vertrauen in die Rechtsstaatlichkeit des Landes untergraben haben; fordert die staatlichen Stellen auf, mit der Überarbeitung des Strafgesetzbuchs zügig fortzufahren, damit es an europäische Standards angeglichen wird, und der Praxis der Anklage wegen Amtsmissbrauchs in Privatunternehmen und Unternehmen, die mehrheitlich im Privatbesitz sind, umgehend ein Ende zu bereiten und die laufenden Strafverfahren einzustellen; unterstreicht, dass in den Fällen, in denen Personen gemäß Artikel 359 angeklagt wurden und ein Verdacht besteht, dass der Haftzeitraum oder die eingefrorenen Vermögenswerte in keinem Verhältnis zu der angeblich von ihnen begangenen Straftat stehen, diese Personen Anspruch auf eine umgehende Überprüfung der gegen sie angestrengten Verfahren sowie auf Rückforderung ihres Privateigentums und eine angemessene Entschädigung haben sollten;
18. maakt zich ernstig zorgen over herhaalde beschuldigingen dat artikel 359 van het Wetboek van Strafrecht inzake misbruik van het ambt te pas en te onpas wordt gebruikt, hetgeen volgens de berichten gepaard ging met het op grote schaal ten onrechte bevriezen van bedrijfs- en particuliere tegoeden; onderstreept dat deze beschuldigingen het vertrouwen in de rechtsstaat in het land hebben ondermijnd; roept de autoriteiten op om snel het Wetboek van Strafrecht te herzien om te verzekeren dat het in overeenstemming is met de Europese normen en om onmiddellijk een einde te maken aan aanklachten die op grond van de bepaling inzake ambtsmisbruik worden ingesteld tegen particuliere bedrijven en bedrijven die in meerderheid in privé-handen zijn, en de aanhangige strafzaken te seponeren; onderstreept dat de personen die op grond van artikel 359 zijn aangeklaagd en bij wie het vermoeden bestaat dat de duur van hun detentie of het bevriezen van hun vermogen niet in verhouding staat tot hetgeen hun ten laste wordt gelegd, aanspraak moeten kunnen maken op onmiddellijke herziening van hun proces en op terugvordering van hun privévermogen en op een eerlijke schadevergoeding;

16. ist angesichts der wiederholten Vorwürfe des Missbrauchs von Artikel 359 des Strafgesetzbuchs (Amtsmissbrauch) ernsthaft besorgt, der dem Vernehmen nach mit dem ungerechtfertigten Einfrieren einer großen Zahl von Vermögenswerten von Unternehmen und Privatpersonen einherging; hebt hervor, dass diese Vorwürfe das Vertrauen in die Rechtsstaatlichkeit des Landes untergraben haben; fordert die staatlichen Stellen auf, mit der Überarbeitung des Strafgesetzbuchs zügig fortzufahren, damit es an europäische Standards angeglichen wird, und der Praxis der Anklage wegen Amtsmissbrauchs in Privatunternehmen und Unternehmen, die mehrheitlich im Privatbesitz sind, umgehend ein Ende zu bereiten und die laufenden Strafverfahren einzustellen; unterstreicht, dass in den Fällen, in denen Personen gemäß Artikel 359 angeklagt wurden und ein Verdacht besteht, dass der Haftzeitraum oder die eingefrorenen Vermögenswerte in keinem Verhältnis zu der angeblich von ihnen begangenen Straftat stehen, diese Personen Anspruch auf eine umgehende Überprüfung der gegen sie angestrengten Verfahren sowie auf Rückforderung ihres Privateigentums und eine angemessene Entschädigung haben sollten;
16. maakt zich ernstig zorgen over herhaalde beschuldigingen dat artikel 359 van het Wetboek van Strafrecht inzake misbruik van het ambt te pas en te onpas wordt gebruikt, hetgeen volgens de berichten gepaard ging met het op grote schaal ten onrechte bevriezen van bedrijfs- en particuliere tegoeden; onderstreept dat deze beschuldigingen het vertrouwen in de rechtsstaat in het land hebben ondermijnd; roept de autoriteiten op om snel het Wetboek van Strafrecht te herzien om te verzekeren dat het in overeenstemming is met de Europese normen en om onmiddellijk een einde te maken aan aanklachten die op grond van de bepaling inzake ambtsmisbruik worden ingesteld tegen particuliere bedrijven en bedrijven die in meerderheid in privé-handen zijn, en de aanhangige strafzaken te seponeren; onderstreept dat de personen die op grond van artikel 359 zijn aangeklaagd en bij wie het vermoeden bestaat dat de duur van hun detentie of het bevriezen van hun vermogen niet in verhouding staat tot hetgeen hun ten laste wordt gelegd, aanspraak moeten kunnen maken op onmiddellijke herziening van hun proces en op terugvordering van hun privévermogen en op een eerlijke schadevergoeding;

Die Mitgliedstaaten sollten zusammenarbeiten, damit es leichter wird, natürliche oder juristische Personen, denen Straftaten auf hoher See zur Last gelegt werden, gerichtlich zu verfolgen. Hierzu muss den Behörden aller Mitgliedstaaten die Möglichkeit eingeräumt werden, auf hoher See ein Schiff festzuhalten, bei dem der begründete Verdacht besteht, dass darauf eine Straftat begangen wurde oder wird, und zwar unabhängig von der Flagge des Mitgliedstaats, die das Schiff führt.
De lidstaten moeten samenwerken om de berechting van natuurlijke of rechtspersonen die verantwoordelijk zijn voor strafbare feiten op volle zee te vergemakkelijken. De autoriteiten van de lidstaten moeten dan ook het recht hebben om een schip op volle zee aan te houden indien er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat aan boord van dit vaartuig een strafbaar feit is of wordt gepleegd, ongeacht de vlag van de lidstaat waaronder het schip vaart.