Folglich habe die Richtlinie, da sie keine Bestimmungen enthalte, die die Bedingungen für den Zugang zu Daten und ihre Verwendung für Tätigkeiten, die den Staaten oder staatlichen Stellen zugewiesen seien und mit den Tätigkeitsbereichen von Einzelpersonen nichts zu tun hätten, harmonisierten, und insbesondere keine Bestimmung, die von dem Begriff „Polizeiliche und justizielle Zusammenarbeit in Strafsachen“ umfasst werde, nicht auf der Grundlage des EU-Vertrags erlassen werden können.
De advocaat-generaal concludeert dat, voor zover de richtlijn geen bepalingen bevat houdende harmonisatie van de voorwaarden voor de toegang tot de gegevens en voor het gebruik daarvan ten behoeve van de uitoefening van specifieke activiteiten van de staten of de overheidsorganen die niets te maken hebben met de activiteiten van de particulieren, en inzonderheid geen enkele bepaling bevat die onder het begrip „politiële en justitiële samenwerking in strafzaken” valt, zij niet op grond van het EU-Verdrag kon worden vastgesteld.
