3° wird festgelegt, indem auf den Betrag der sofortigen Erhebung die im Gesetz vom 5. März 1952 über die Zuschlagzehntel auf strafrechtliche Geldbußen vorgesehenen Zuschlagzehntel angewandt werden, was die in Artikel 5 §§ 3 bis 5 erwähnten Verstöße betrifft.
§ 3° wordt bepaald door de opdeciemen zoals bedoeld in de wet van 5 maart 1952 betreffende de opdeciemen op de strafrechtelijke geldboeten toe te passen op het bedrag van de onmiddellijke inning voor de in artikel 5, §§ 3 tot 5 bedoelde overtredingen.