23. betont, dass Haftanstalten nach allgemeiner Auffassung als Brutstätten für Radikalisierung und extremistische Auffassungen fungieren, und fordert die Mitgliedstaaten auf, mehr finanzielle und personelle Mittel dafür einzusetzen, dass ihre Strafvollzugssysteme – und die Strafjustiz allgemein – darauf ausgerichtet sind, Straffällige zu rehabilitieren und ihre Abkehr von Kriminalität und mit Gewaltbereitschaft verbundenem Extremismus statt der verstärkten Hinwendung dazu zu fördern;
23. benadrukt dat algemeen wordt aanvaard dat radicalisering en extremistische ideeën in de gevangenis worden gevoed en vraagt de lidstaten meer financiële en personele middelen te investeren om ervoor te zorgen dat hun gevangeniswezen (en strafrechtstelsels in het algemeen) gericht zijn op de re-integratie van misdadigers en hen helpen uit de misdaad en het gewelddadig extremisme te stappen in plaats van deze nog meer te omhelzen;