128. ist der Ansicht, dass die Erklärung von Kairo über die Menschenrechte im Islam (1991) und die Arabische Charta der Menschenrechte (1994) teilweise in offenem Widerspruch zu der Allgemeinen Erklärung der Menschenrechte stehen; fordert Rat und Kommission deshalb auf, die Führer der islamischen Welt zu einer Gegenüberstellung ihrer Auffassung von dem islamischen Gesetzen mit dieser Erklärung aufzufordern, um Verbote und Strafandrohung beim Übertreten zu einer anderen Religion auszuräumen und Exzesse wie unmenschliche Bestrafungen und Praktiken zu vermeiden und alternativen Strafen den Vorzug zu geben;
128. is van mening dat de Verklaring van Caïro over de rechten van de mens in de islam (1991) en het Arabisch Handvest voor mensenrechten (1994) voor een deel regelrecht in strijd is met de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens; doet om die reden een beroep op de Raad en de Commissie om leiders van de islamitische wereld uit te nodigen tot een confrontatie van hun visie op de islamitische wetten met de Universele Verklaring van de
rechten van de mens teneinde verboden en strafbaarstelling van verandering van geloof af te schaffen en excessen, zoals onmenselijke bestraffing of praktijken, te voorkomen en prioriteit te geven aa
...[+++]n alternatieve straffen;