Im Übrigen erkennen die Vertragsstaaten des Übereinkommens über die Rechte des Kindes « das Recht des Kindes auf Bildung » an (Artikel 28 Absatz 1); sie stimmen darin überein, dass die Bildung des Kindes auf die Verwirklichung der in Artikel 29 Absatz 1 dieses Übereinkommens angeführten Zielsetzungen ausgerichtet sein muss.
Overigens erkennen de Staten die partij zijn bij het Verdrag inzake de rechten van het kind, « het recht van het kind op onderwijs » (artikel 28, lid 1) en komen zij overeen dat het onderwijs aan het kind dient te zijn gericht op de verwezenlijking van de in artikel 29, lid 1, van dat Verdrag vermelde doelstellingen.