Traduction de «stillstand des fahrzeugs » (Allemand → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Stillstand eines Fahrzeuges
ophouden van een voertuig

prozentualer Anteil des Stillstandes aus technischen Gründen | prozentualer technischer Stillstand
immobilisatiepercentage | onbeschikbaarheidsgraad

schadstoffarmes Fahrzeug [ schadstofffreies Fahrzeug | umweltfreundliches Fahrzeug ]
minder vervuilend voertuig

Fahrzeug- und Motoreningenieur | Motorenkonstrukteur | Fahrzeug- und Motoreningenieur/Fahrzeug- und Motoreningenieurin | Motorenkonstrukteurin
machinebouwer | ontwerper-constructeur machines, motoren | ontwerper-constructeur industriële machines | ontwerper-constructeur machines en gereedschappen

Beförderungseinheit | Fahrzeug mit Anhänger | Fahrzeugkombination | Lastzug | miteinander verbundene Fahrzeuge | Satteleinheit | Zug | zusammengekoppelte Fahrzeuge
combinatie | samenstel van gekoppelde voertuigen | samenstel van voertuigen | vervoerscombinatie

landwirtschaftliches Fahrzeug [ landwirtschaftliches Kraftfahrzeug ]
landbouwvoertuig

Fahrzeuge im Depot abstellen | Fahrzeuge im Depot parken
voertuigen in een depot parkeren | voertuigen in een opslagplaats parkeren

Fahrzeuge bedarfsgerecht disponieren | Fahrzeuge den Anforderungen entsprechend zuweisen
voertuigen toewijzen conform de vereisten | voertuigen toewijzen in overeenstemming met de vereisten

Stillstand
stilstand

Hilfsmittel für Behinderte [ angepasstes Fahrzeug | Beseitigung von architektonischen Hindernissen | Blindenschrift | Gebäudeanpassung | Gerät für Behinderte | Rufgerät | Zeichensprache ]
faciliteiten voor gehandicapten [ aangepast voertuig | aanpassing van gebouw | braille | gebarentaal | gesproken boek | hulpmiddel voor gehandicapten | ouderenalarm | verwijdering van bouwkundige obstakels ]

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Solche Einrichtungen müssen derart konstruiert sein, dass sie bei einem Stillstand des Fahrzeugs so einziehbar sind, dass die höchstzulässige Breite nicht überschritten wird und sie die Möglichkeit, das Fahrzeug für intermodalen Verkehr zu verwenden, nicht beeinträchtigen.
Dergelijke voorzieningen moeten zo zijn ontworpen dat ze kunnen worden ingetrokken wanneer het voertuig stilstaat, zodat de maximaal toegestane breedte niet wordt overschreden en zij geen nadelige invloed hebben op de bruikbaarheid van het voertuig voor intermodaal vervoer.

Der Zugang zum Einstieg und der Abgang vom Ausstieg sowie das Ein- und Aussteigen der Fahrgäste und des Betriebspersonals muss mit Rücksicht auf den Umlauf und den Stillstand der Fahrzeuge so organisiert sein, dass die Sicherheit der Fahrgäste und des Betriebspersonals , insbesondere an Stellen mit Absturzrisiko, gewährleistet ist.
De toegang tot de in- en uitstapplaats evenals het in- en uitstappen zelf van passagiers en bedieningspersoneel moeten met inachtneming van de omloop en de stilstand van de voertuigen zodanig zijn georganiseerd, dat de veiligheid van de passagiers en het bedieningspersoneel , in het bijzonder op plaatsen waar een valrisico bestaat, gewaarborgd is.

Die in Nummer 5.1.1.5 vorgeschriebene Wirkung gilt als erreicht, wenn am Ende der vierten Betätigung bei Stillstand des Fahrzeuges der Energievorrat in dem (den) Energiespeicher(n) gleich groß oder größer ist als derjenige, der bei beladenem Fahrzeug zur Erzielung der Hilfsbremswirkung benötigt wird.
De in punt 5.1.1.5 voorgeschreven remwerking wordt geacht te zijn bereikt als na de vierde bediening, bij stilstaand voertuig, het energieniveau in de opslagvoorziening(en) ten minste overeenkomt met het niveau dat is vereist voor de werking van het hulpremsysteem in beladen toestand.

Die mittlere Vollverzögerung, die durch das Betätigen der Feststellbremsanlage erreicht wird, und die Verzögerung unmittelbar vor dem Stillstand des Fahrzeuges dürfen nicht kleiner als 1,5 m/s2 sein.
De gemiddelde volle vertraging bij bediening van het bedieningsorgaan van het parkeerremsysteem en de vertraging onmiddellijk voordat het voertuig tot stilstand komt, moeten ten minste 1,5 m/s2 bedragen.

Die mittlere Vollverzögerung bei Betätigung der Betätigungseinrichtung der Feststellbremsanlage oder einer Hilfs-Betätigungseinrichtung, die zumindest eine Teilbetätigung der Betriebsbremsanlage ermöglicht, und die Verzögerung unmittelbar vor dem Stillstand des Fahrzeugs darf bei einer Geschwindigkeit von bis zu 30 km/h nicht unter 1,5 m/s2 und bei einer Geschwindigkeit von mehr als 30 km/h nicht unter 2,2 m/s2 betragen.
De gemiddelde volle vertraging bij bediening van het bedieningsorgaan van het parkeerremsysteem of bij bediening van een hulpbedieningsorgaan waarmee het mogelijk is het bedrijfsremsysteem ten minste gedeeltelijk in werking te stellen, en de vertraging onmiddellijk voordat het voertuig tot stilstand komt, moeten ten minste 1,5 m/s2 bedragen tot maximaal 30 km/h en 2,2 m/s2 boven 30 km/h.

(fb) „emissionsfreies Fahrzeug“: ein Fahrzeug, das in dem CO2-Prüfzyklus aufgrund der Verordnung (EG) Nr. 715/2007 weder im Stillstand noch im Betrieb CO2-Emissionen ausstößt;
(f ter) "nulemissievoertuig": een voertuig dat bij stationair draaien of bij het rijden geen CO2 uitstoot bij onderwerping aan de CO2-testprocedure waarin is voorzien in Verordening 715/2007/EG;

Es bedeutet, dass besagte Fahrzeuge mit Geräten zur Temperatur- und Luftfeuchtigkeitsmessung in den Tierverschlägen ausgerüstet sind und über eine Zwangslüftung verfügen sollten, die auch beim Stillstand des Fahrzeugs funktioniert.
Dat zijn voertuigen die uitgerust zijn met apparatuur om de temperatuur en de vochtigheidsgraad te meten in de ruimte waar de dieren vervoerd worden, alsook met een systeem van gedwongen ventilatie dat aanslaat zodra het voertuig stilstaat.

6.5.4. Am Ende der Verzögerungsphase (Stillstand des Fahrzeugs auf den Rollen) des Grundstadtfahrzyklus (Teil 1) ist das Getriebe in Leerlaufstellung zu bringen und der Motor einzukuppeln.
6.5.4. Aan het einde van de vertragingsperiode (stilstand van het voertuig op de rollen) van de elementaire stadscyclus (deel EEN) wordt de versnelling in neutraal gezet en de koppeling ingeschakeld.

5.1.2.6 . Die in Absatz 5.1.1.5 vorgeschriebene Wirkung gilt als erbracht , wenn am Ende der vierten Betätigung bei Stillstand des Fahrzeugs der Energievorrat in dem ( den ) Energiespeicher(n ) gleich groß oder grösser ist als derjenige , der bei beladenem Fahrzeug zur Erzielung der Hilfsbremswirkung benötigt wird .
5.1.2.6.Aan de in punt 5.1.1.5 voorgeschreven remkracht wordt geacht te zijn voldaan indien bij stilstaand voertuig, aan het einde van de vierde indrukking, het energieniveau in de energieopslagvoorziening(en) gelijk is aan of méér bedraagt dan het niveau dat vereist is voor hulpremming met beladen voertuig.