(a) „Bevölkerung“ ist die nationale, regionale und örtliche Bevölkerung an ihrem üblichen Aufenthaltsort zu dem in Artikel 5 Absatz 2 genannten Stichtag der Zählung;
(a) "bevolking": de nationale, regionale en plaatselijke bevolking in zijn gewone verblijfplaats op de in artikel 5, lid 2, bedoelde referentiedatum;