Selbst wenn die durch den angefochtenen Artikel 3 des obengenannten Dekrets vom 16. Juli 1998 eingeführte « Strafgebühr » in Wirklichkeit kein Steuerziel verfolgt, stellt sie im Gegensatz zu den Darlegungen der klagenden Partei dennoch keine « verborgene Strafe » dar.
Ook al wordt met de « strafheffing » die door het bestreden artikel 3 van het voormelde decreet van 16 juli 1998 is ingevoerd, in werkelijkheid geen fiscaal doel nagestreefd, toch kan die strafheffing, in tegenstelling tot wat de verzoekende partij beweert, geen « verdoken straf » worden genoemd.