Die diesbezügliche Befugnis des Steuerdirektors finde ihren Ursprung im Gesetz vom 30. Juli 1881 « zur Abänderung verschiedener Gesetzesbestimmungen zur Regelung der Befugnisse der ständigen Ausschüsse » sowie im Gesetz vom 6. September 1895 « über die Veranlagungen im Bereich der direkten Steuern ».
De bevoegdheid van de directeur der belastingen ter zake vindt haar oorsprong in de wet van 30 juli 1881 tot wijziging van enkele wettelijke bepalingen tot regeling van de bevoegdheid van de bestendige deputaties en in de wet van 6 september 1895 « aangaande de fiscale aanslagen in zake van rechtstreeksche belastingen ».