Vertaling van "stellte spanien jedoch " (Duits → Nederlands) :

17. begrüßt den Bericht auf der Grundlage der in der Kommission und in fünf Mitgliedstaaten (Deutschland, Spanien, Frankreich, Italien und Vereinigtes Königreich) ausgeführten Prüfung von insgesamt 76 % der Ausgaben, die im Programmplanungszeitraum 2000 bis 2006 für aus dem Europäischen Sozialfonds finanzierte Berufsbildungsmaßnahmen für Frauen getätigt wurden; stellt jedoch fest, dass der Bericht eine Reihe von Schwachstellen bei der Erstellung der Maßnahmen und der Auswahl der vom Rechnungshof geprüften Projekte offenbart hat, und verweist auf Mängel bei der Leistungsüberwachung der Programme;
17. is verheugd over het verslag, dat stoelt op evaluaties op het niveau van de Commissie en vijf lidstaten (Duitsland, Spanje, Frankrijk, Italië en het Verenigd Koninkrijk) over in totaal 76% van de uitgaven voor beroepsopleidingsacties voor vrouwen die in de programmeringsperiode 2000-2006 gecofinancierd zijn door het Europees Sociaal Fonds; stelt echter vast dat in het verslag een aantal tekortkomingen aan het licht zijn gebracht betreffende de totstandkoming van maatregelen en de selectie van projecten die door de Rekenkamer gecontroleerd werden; constateert tekortkomingen in de controle van de prestaties van de programma's;

29. stellt noch einmal mit Genugtuung fest, dass die Annahme der Erklärung durch die Generalversammlung der Vereinten Nationen zu den Rechten der indigenen Völker einen Rahmen schaffen wird, in dem die Staaten die Rechte indigener Völker ohne Ausgrenzung oder Diskriminierung schützen und fördern können; fordert die Kommission deshalb dringend auf, die Durchführung der Erklärung insbesondere durch das Europäische Instrument für Demokratie und Menschenrechte weiterzuverfolgen und gleichzeitig insbesondere alle Mitgliedstaaten mit Nachdruck aufzufordern, das IAO-Übereinkommen Nr. 169 über eingeborene und in Stämmen lebende Völker umgehend zu ratifizieren, in dem die in der genannten Erklärung beschriebenen Prinzipien durch ein rechtsverbindliches Instrument untermauert werden, begrüßt jedoch die Maßnahmen der Kommission zugunsten der indigenen Völker und begrüßt das Projekt zur Förderung der Rechte indigener und in Stämmen lebender Völker durch Rechtsbeistand, Kapazitätsaufbau und Dialog, das von der Kommission und der IAO als gemeinsame Initiative eingeleitet wurde; stellt fest, dass nahezu 20 Jahre nach seinem Inkrafttreten nur drei Mitgliedstaaten das IAO-Übereinkommen ratifiziert haben, nämlich Dänemark, die Niederlande und Spanien; unterstützt deshalb Initiativen, um dieses wichtige legislative Instrument bekannter zu machen und seine Effizienz weltweit mit seiner Ratifizierung durch alle Mitgliedstaaten zu erhöhen;
29. neemt nogmaals met tevredenheid kennis van de goedkeuring door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van de Verklaring van de rechten van inheemse volken, die een kader biedt waarbinnen staten de rechten van inheemse volkeren zonder uitsluiting of discriminatie kunnen beschermen en bevorderen; dringt er daarom bij de Commissie op aan verder te gaan met de tenuitvoerlegging van de Verklaring, met name via het EIDHR, en in het bijzonder alle lidstaten te verzoeken verdrag 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) inzake inheemse en tribale volkeren zo spoedig mogelijk te ratificeren, dat de beginselen in bovengenoemde verklaring ondersteunt met een juridisch bindend instrument; is echter verheugd over de activiteiten van de Commissie gericht op inheemse volkeren en juicht het project getiteld "Bevordering van de rechten van inheemse en tribale volkeren door middel van juridisch advies, capaciteitsopbouw en dialoog" toe, dat is gestart als project onder gezamenlijk beheer van de Commissie en de ILO; merkt op dat bijna twintig jaar na de inwerkingtreding van het ILO-Verdrag het slechts door drie lidstaten is geratificeerd, namelijk Denemarken, Nederland en Spanje; moedigt daarom initiatieven aan om de bewustwording van dit belangrijke wetgevingsinstrument te vergroten en de effectiviteit ervan over de hele wereld te vergroten door ervoor te zorgen dat alle lidstaten het ratificeren;

28. stellt noch einmal mit Genugtuung fest, dass die Annahme der Erklärung durch die Generalversammlung der Vereinten Nationen zu den Rechten der indigenen Völker einen Rahmen schaffen wird, in dem die Staaten die Rechte indigener Völker ohne Ausnahme oder Diskriminierung schützen und fördern können; fordert die Kommission deshalb dringend auf, die Durchführung der Erklärung insbesondere durch das Europäische Instrument für Demokratie und Menschenrechte (EIDHR) weiterzuverfolgen und gleichzeitig insbesondere alle Mitgliedstaaten mit Nachdruck aufzufordern, das IAO-Übereinkommen Nr. 169 über eingeborene und in Stämmen lebende Völker umgehend zu ratifizieren, in dem die in der genannten Erklärung beschriebenen Prinzipien durch ein rechtsverbindliches Instrument untermauert werden, begrüßt jedoch die Maßnahmen der Kommission zugunsten der indigenen Völker und begrüßt das Projekt zur Förderung der Rechte indigener und in Stämmen lebender Völker durch Rechtsbeistand, Kapazitätsaufbau und Dialog, das von der Kommission und der IAO als gemeinsame Initiative eingeleitet wurde; stellt fest, dass nahezu 20 Jahre nach seinem Inkrafttreten nur drei Mitgliedstaaten das IAO-Übereinkommen ratifiziert haben, nämlich Dänemark, die Niederlande und Spanien; unterstützt deshalb Initiativen, um dieses wichtige legislative Instrument bekannter zu machen und seine Effizienz weltweit mit seiner Ratifizierung durch alle Mitgliedstaaten zu erhöhen;
28. neemt nogmaals met tevredenheid kennis van de goedkeuring door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties van de Verklaring van de rechten van inheemse volken, die een kader biedt waarbinnen staten de rechten van inheemse volkeren zonder uitsluiting of discriminatie kunnen beschermen en bevorderen; dringt er daarom bij de Commissie op aan verder te gaan met de tenuitvoerlegging van de verklaring, met name via het EIDHR, en in het bijzonder alle lidstaten te verzoeken verdrag 169 van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) inzake inheemse en tribale volkeren zo spoedig mogelijk te ratificeren, dat de beginselen in bovengenoemde verklaring ondersteunt met een juridisch bindend instrument; is echter verheugd over de activiteiten van de Commissie gericht op inheemse volkeren en juicht het project getiteld “Bevordering van de rechten van inheemse en tribale volkeren door middel van juridisch advies, capaciteitsopbouw en dialoog” toe, dat is gestart als project onder gezamenlijk beheer van de Europese Commissie en de ILO; merkt op dat bijna twintig jaar na de inwerkingtreding van het ILO-Verdrag het slechts door drie lidstaten is geratificeerd, namelijk Denemarken, Nederland en Spanje; moedigt daarom initiatieven aan om de bewustwording van dit belangrijke wetgevingsinstrument te vergroten en de effectiviteit ervan over de hele wereld te vergroten door ervoor te zorgen dat alle lidstaten het ratificeren;

(49) Mit Schreiben vom 24. Juni 1998 stellte Spanien jedoch fest, daß seine Position dem Standpunkt des Beschwerdeführers nicht widerspricht, wonach ein Zahlungsaufschub für Schulden im Ermessen der Regierung liege und eine Einzelfallprüfung erfordert. Danach heißt es zwar in Artikel 20 des Allgemeinen Sozialversicherungsgesetzes bezüglich der Befugnis der Behörden, einen Zahlungsaufschub für Sozialversicherungsschulden zu gewähren, "podrán" [können], doch hätte die Behörde aus der Sicht Spaniens nur bei absolut wörtlicher Auslegung Ermessensbefugnis.
(49) Bij brief van 24 juni 1998 verklaarden de Spaanse autoriteiten evenwel dat hun standpunt niet in tegenspraak was met de mening van de klaagster dat uitstel van schuldaflossing een discretionaire maatregel van de regering is die na onderzoek van elk afzonderlijk geval wordt vastgesteld; doch hoewel zij toegaven dat artikel 20 van de socialezekerheidswet met betrekking tot de bevoegdheid van de autoriteit om uitstel van schuldaflossing aan de sociale zekerheid te verlenen, het woord "podrán" [kan] gebruikt, menen zij dat slechts uit een volkomen letterlijke interpretatie kan worden opgemaakt dat de autoriteit discretionaire bevoegdheid heeft.

In dem speziellen Fall Spaniens stellt die Kommission fest, dass der Schutz der Energieversorgung zwar ein Erfordernis des öffentlichen Interesses ist (der EG-Vertrag gestattet Ausnahmen aus Gründen der öffentlichen Ordnung, der öffentlichen Sicherheit, der öffentlichen Gesundheit und der Verteidigung), es den Bestimmungen der spanischen Rechtsvorschriften jedoch offensichtlich an spezifischen und präzisen Kriterien für die Erteilung der Genehmigung mangelt und folglich den nationalen Behörden weitreichende diskretionäre Befugnisse bei der Kontrolle der Anteilseignerschaft bei bestimmten Unternehmen eingeräumt werden.
In het geval van Spanje merkt de Commissie op dat hoewel de bescherming van de energievoorziening een legitieme doelstelling van algemeen belang is (het Verdrag staat uitzonderingen toe om redenen van openbare orde, openbare veiligheid, volksgezondheid en defensie), in de bepalingen van de Spaanse wetgeving specifieke en precieze criteria voor de verlening van de goedkeuring lijken te ontbreken, waardoor de nationale autoriteiten over ruime discretionaire bevoegdheden beschikken wat hun invloed op het kapitaalbezit van bepaalde ondernemingen betreft.

VI ERNENNUNGEN VI Die Regierungen der Mitgliedstaaten und die Europäische Kommission waren wie folgt vertreten: Belgien Frau Miet SMET Ministerin der Beschäftigung und der Arbeit Dänemark Herr Henning OLESEN Staatssekretär für Arbeit Deutschland Herr Horst GÜNTHER Parlamentarischer Staatssekretär beim Bundesminister für Arbeit und Sozialordnung Griechenland Herr Adamantios VASSILAKIS Stellvertreter des Ständigen Vertreters Spanien Herr Javier ARENAS BOCANEGRA Minister für Arbeit und soziale Sicherheit Frankreich Herr Pierre SELLAL Stellvertreter des Ständigen Vertreters Irland Frau Eithne FITZGERALD Staatsministerin im Amt des Stellvertretenden Premierministers (Tanaiste) und im Ministerium für Unternehmen und Beschäftigung, mit besonderer Zuständigkeit für Arbeitsmarktfragen Herr Mervyn TAYLOR Minister für Gleichberechtigung und Rechtsreform Italien Frau Federica ROSSI GASPARRINI Staatssekretärin im Ministerium für Arbeit Luxemburg Frau Mady DELVAUX-STEHRES Ministerin für soziale Sicherheit Niederlande Herr Adrianus P.W. MELKERT Minister für soziale und Arbeitsmarktfragen Österreich Herr Franz HUMS Bundesminister für Arbeit und Soziales Portugal Herr Antonio MONTEIRO FERNANDES Staatssekretär für Arbeit Finnland Herr Pertti SORSA Staatssekretär im Arbeitsministerium Schweden Frau Margareta WINBERG Ministerin für Arbeit Vereinigtes Königreich Lord HENLEY Staatsminister, Ministerium für Bildung und Arbeit Kommission Herr Pádraig FLYNN Mitglied AUSGEWOGENE MITWIRKUNG VON FRAUEN UND MÄNNERN AM ENTSCHEIDUNGSPROZESS - ENTWURF EINER EMPFEHLUNG Der Rat stellte fest, daß über den Wortlaut dieser Empfehlung Einvernehmen bestand; die britische Delegation hielt jedoch vorerst noch an einem Vorbehalt zwecks parlamentarischer Prüfung fest.
VI BENOEMINGEN VI De Regeringen van de Lid-Staten en de Europese Commissie waren als volgt vertegenwoordigd : België : mevrouw Miet SMET Minister van Tewerkstelling en Arbeid, belast met het beleid van gelijke kansen voor mannen en vrouwen Denemarken : de heer Henning OLESEN Staatssecretaris van Arbeid Duitsland : de heer Horst GÜNTHER Parlementair Staatssecretaris van Arbeid en Sociale Zaken Griekenland : de heer Adamantios VASSILAKIS Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Spanje : de heer Javier ARENAS BOCANEGRA Minister van Arbeid en Sociale Zekerheid Frankrijk : de heer Pierre SELLAL Plaatsvervangend Permanent Vertegenwoordiger Ierland : mevrouw Eithne FITZGERALD Onderminister van Ondernemingszaken en Werkgelegenheid, speciaal belast met Arbeidszaken de heer Mervyn TAYLOR Minister van Gelijkheid en Hervorming van het Recht Italië : mevrouw Federica ROSSI GASPARRINI Staatssecretaris van Arbeid Luxemburg : mevrouw Mady DELVAUX-STEHRES Minister van Sociale Zekerheid Nederland : de heer Adrianus P.W. MELKERT Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Oostenrijk : de heer Franz HUMS Minister van Arbeid en Sociale Zaken Portugal : de heer Antonio MONTEIRO FERNANDES Staatssecretaris van Arbeid Finland : de heer Pertti SORSA Secretaris-Generaal van Arbeid Zweden : mevrouw Margareta WINBERG Minister van Arbeid Verenigd Koninkrijk : Lord HENLEY Onderminister van Onderwijs en Werkgelegenheid Commissie : de heer Padraig FLYNN Lid EVENWICHTIGE DEELNEMING VAN VROUWEN EN MANNEN AAN DE BESLUITVORMING De Raad heeft geconstateerd dat er overeenstemming bestaat over de tekst van deze aanbeveling ; de Britse delegatie heeft evenwel in dit stadium haar voorbehoud voor parlementaire behandeling gehandhaafd.