(2) Ein zwischengeschalteter Zahlungsverkehrsdienstleister kann ein Zahlungsverkehrssystem mit technischen Beschränkungen nutzen, das die Weiterleitung der Angaben zum Auftraggeber mit dem Geldtransfer unterdrückt, um die Geldtransfers an den Zahlungsverkehrsdienstleister des Begünstigten zu übermitteln, es sei denn, er stellt beim Erhalt eines Geldtransfers fest, dass die in dieser Verordnung vorgeschriebenen Angaben zum Auftraggeber fehlen oder unvollständig sind.
2. Tenzij de intermediaire betalingsdienstaanbieder bij de ontvangst van een geldovermaking constateert dat de krachtens deze verordening vereiste informatie over de betaler ontbreekt of onvolledig is, kan hij een betalingssysteem met technische beperkingen gebruiken dat belet dat de informatie over de betaler bij de geldovermaking blijft om de geldovermakingen naar de betalingsdienstaanbieder van de begunstigde te sturen.
