Auch wenn im Unterschied zu Artikel 13 Absatz 1 bei der Wahl der Vizepräsidenten die Einreichung neuer Kandidaturen zwischen den einzelnen Wahlgängen nicht ausdrücklich vorgesehen ist, so ist sie dennoch wegen der Souveränität des Parlaments rechtmäßig, da dieses über jede mögliche Kandidatur befinden können muss, dies insbesondere, weil das Fehlen dieser Möglichkeit einen ordnungsgemäßen Ablauf der Wahl in Frage stellen könnte.
Ofschoon bij de verkiezing van de ondervoorzitters anders dan in artikel 13, lid 1 niet uitdrukkelijk gewag wordt gemaakt van de voordracht van nieuwe kandidaten tussen de verschillende stemmingen, is zulks rechtmatig wegens de soevereiniteit van het Parlement, dat over iedere mogelijke kandidaat moet kunnen beslissen, te meer daar zonder deze mogelijkheid afbreuk zou kunnen worden gedaan aan het goede verloop van de verkiezing.