(3) Die zuständige Stelle prüft, ob die in der Gemeinschaft erzeugte und in dem Berieb verarbeitete Ölsaatenmenge zuvor identifiziert worden ist und der eingegangenen Menge entspricht, wobei der Umfang der Lagerbestände zu Beginn und am Ende des Kontrollzeitraums und die Mengen, die den Betrieb mit Genehmigung der zuständigen Stelle in unverändertem Zustand verlassen haben, berücksichtigt werden.
3. De bevoegde instantie gaat na of de hoeveelheid in de Gemeenschap geoogst zaad dat in de onderneming is verwerkt vooraf is geïdentificeerd en gelijk is aan de binnengebrachte hoeveelheid, rekening houdende met de voorraden aan het begin en aan het einde van de controleperiode en met de hoeveelheden die de onderneming met instemming van de bevoegde instantie in ongewijzigde staat hebben verlaten.