Vertaling van "standpunkt einiger mitglieder " (Duits → Nederlands) :

8. ist der Auffassung, dass die anhaltende Schikanierung und Inhaftierung von Menschenrechtsverteidigern und Oppositionellen durch einige Mitglieder des UNHRC, einschließlich Algerien, China, Kuba, Äthiopien, Saudi-Arabien, Russland, den Vereinigten Arabischen Emiraten, Gabun, Kasachstan, Katar und Vietnam, die Glaubwürdigkeit des UNHRC untergräbt; bekräftigt seinen Standpunkt, wonach die Mitglieder des UNHRC aus den Staaten ausgewählt werden sollten, die die Menschenrechte, die Rechtsstaatlichkeit und die Demokratie achten und die der Ausweitung der ständigen Einladungen auf alle Sonderverfahren zugestimmt haben, und fordert die Mitgliedstaaten nachdrücklich auf, transparente, offene und auf Wettbewerb beruhende Verfahren für die Wahl der Mitglieder des UNHRC zu unterstützen;
8. is van mening dat de aanhoudende intimidatie en detentie van mensenrechtenactivisten en oppositieleden door een aantal leden van de UNHRC, waaronder Algerije, China, Cuba, Ethiopië, Saudi-Arabië, Rusland, de Verenigde Arabische Emiraten, Gabon, Kazakhstan, Qatar en Vietnam, de geloofwaardigheid van de UNHRC aantast; herhaalt zijn standpunt dat de leden van de UNHRC moeten worden gekozen uit landen die de mensenrechten, rechtsstaat en democratie eerbiedigen en die hebben toegezegd permanente uitnodigingen toe te kennen voor alle "speciale procedures", en vraagt de lidstaten met klem om de invoering van prestatiecriteria betreffende de mensenrechten, die zouden worden toegepast op elk land dat kandidaat is voor UNHRC-lidmaatschap, aan te moedigen en dergelijke criteria aan te nemen; vraagt de lidstaten met klem om transparante, open en competitieve procedures voor de verkiezing van UNHRC-leden aan te moedigen;

2. bekräftigt seine Unterstützung für die Vorlage, die die Mitglieder, die von der Konferenz der Präsidenten als Vertreter des Europäischen Parlaments ernannt wurden, bei der Ad-hoc-Arbeitsgruppe eingereicht haben; bedauert insofern, dass die Vorschläge des Europäischen Parlaments in dem Entwurf des internationalen Abkommens vom 10. Januar 2012 keinen Niederschlag gefunden haben; weist darauf hin, dass viele Mitgliedstaaten einige der auf der Sitzung am 12. Januar 2012 unterbreiteten Vorschläge unterstützen; wird seinen Standpunkt prüfen, sobald es den für den 18. Januar 2012 erwarteten endgültigen Entwurf erhalten hat;
2. bevestigt zijn steun aan de bijdrage die aan de ad hoc werkgroep is geleverd door de leden die door de Conferentie van voorzitters waren benoemd om het Parlement te vertegenwoordigen; betreurt het dat het ontwerp van internationale overeenkomst van 10 januari 2012 tot dusverre de voorstellen van het Parlement niet weerspiegelt; wijst op de steun van talrijke lidstaten voor sommige voorstellen die het op de vergadering van 12 januari 2012 heeft gedaan; zal zich beraden over zijn standpunt, zodra het de voor 18 januari 2012 verwachte definitieve versie van het ontwerp heeft ontvangen;

63. erinnert an seinen in seiner Entschließung vom 27. April 2006, die die Entlastung für das Haushaltsjahr 2004 betrifft , zum Ausdruck gebrachten Standpunkt, mit dem „die nationalen Prüfungsstellen (aufgefordert werden), die Verantwortung für die Kontrolle der lokalen Verwendung der EU-Mittel zu übernehmen und damit jede Diskussion über die Einrichtung von nationalen Büros des Rechnungshofes überflüssig zu machen“; ist der Auffassung, dass im Fall einer Weigerung der nationalen Prüfungsstellen, als öffentliche Stellen in ihren Mitgliedstaaten die Kontrolle der Verwendung der Mittel aus dem Unionshaushalt zu übernehmen, eine Umstrukturierung des Rechnungshofes dahingehend in Erwägung gezogen werden sollte, dass einige seiner Mitglieder für genau festgelegte Politikbereiche und andere für Gruppen von Mitgliedstaaten zuständig sind; stellt fest, dass die Zahl der Mitglieder des Rechnungshofes sich in den letzten Jahren fast verdoppelt hat, die Anzahl der Politikbereiche aber nicht, sodass eine entsprechende Umstrukturierung für den Rechnungshof im Bereich des Möglichen liegen sollte;
63. herinnert aan het standpunt in paragraaf 65 van zijn resolutie van 27 april 2006 over het verlenen van kwijting voor het begrotingsjaar 2004, waarin de nationale controle-instanties werden opgeroepen de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de controle op het plaatselijke gebruik van EU-middelen, zodat er niet meer behoeft te worden gedacht aan de oprichting van nationale vertegenwoordigingen van de Rekenkamer; is van mening dat als de nationale controle-instanties niet bereid zijn overheidsdiensten in hun lidstaat te belasten met de controle op uitgaven uit de EU-begroting, er moet worden nagedacht over een reorganisatie van de Rekenkamer, zodat sommige leden van de Rekenkamer de verantwoordelijkheid krijgen voor bepaalde beleidsterreinen, terwijl andere leden verantwoordelijk zijn voor bepaalde groepen lidstaten; stelt vast dat het aantal leden van de Rekenkamer de afgelopen jaren vrijwel verdubbeld is terwijl het aantal beleidsterreinen gelijk is gebleven, en dat de Rekenkamer dus in staat zou moeten zijn zulks te doen;

62. erinnert an seinen in seiner Entschließung vom 27. April 2006, die die Entlastung für das Haushaltsjahr 2004 betrifft, zum Ausdruck gebrachten Standpunkt, mit dem „die nationalen Prüfungsstellen (aufgefordert werden), die Verantwortung für die Kontrolle der lokalen Verwendung der EU-Mittel zu übernehmen und damit jede Diskussion über die Einrichtung von nationalen Büros des Rechnungshofes überflüssig zu machen“; ist der Auffassung, dass im Fall einer Weigerung der nationalen Prüfungsstellen, als öffentliche Stellen in ihren Mitgliedstaaten die Kontrolle der Verwendung der Mittel aus dem Unionshaushalt zu übernehmen, eine Umstrukturierung des Rechnungshofes dahingehend in Erwägung gezogen werden sollte, dass einige seiner Mitglieder für genau festgelegte Politikbereiche und andere für Gruppen von Mitgliedstaaten zuständig sind; stellt fest, dass die Zahl der Mitglieder des Rechnungshofes sich in den letzten Jahren fast verdoppelt hat, die Anzahl der Politikbereiche aber nicht, sodass eine entsprechende Umstrukturierung für den Rechnungshof im Bereich des Möglichen liegen sollte;
62. herinnert aan het standpunt in paragraaf 65 van zijn resolutie van 27 april 2006 over het verlenen van kwijting voor het begrotingsjaar 2004, waarin de nationale controle-instanties werden opgeroepen "de verantwoordelijkheid op zich te nemen voor de controle op het plaatselijke gebruik van EU-middelen, zodat er niet meer behoeft te worden gedacht aan de oprichting van nationale vertegenwoordigingen van de Rekenkamer"; is van mening dat als de nationale controle-instanties niet bereid zijn overheidsdiensten in hun lidstaat te belasten met de controle op uitgaven uit de EU-begroting, er moet worden nagedacht over een reorganisatie van de Rekenkamer, zodat sommige leden van de Rekenkamer de verantwoordelijkheid krijgen voor bepaalde beleidsterreinen, terwijl andere leden verantwoordelijk zijn voor bepaalde groepen lidstaten; stelt vast dat het aantal leden van de Rekenkamer de afgelopen jaren vrijwel verdubbeld is terwijl het aantal beleidsterreinen gelijk is gebleven, en dat de Rekenkamer dus in staat zou moeten zijn zulks te doen;

Daher bin ich der Meinung, dass der mündliche Änderungsantrag von Frau Gillig, der an den Standpunkt einiger Mitglieder meiner Fraktion anschließt, unterstützt werden sollte.
Ik ben dan ook van mening dat het mondelinge amendement van mevrouw Gillig, dat aansluit bij het standpunt van sommige van mijn fractiegenoten, moet worden gesteund.

3.5.1. Einige der von MEUSAC konsultierten Organisationen beklagen, dass sie nicht über genügend Zeit verfügen, um ihre Mitglieder konsultieren und einen gemeinsamen Standpunkt ausarbeiten zu können.
3.5.1. Sommige door het MEUSAC geraadpleegde organisaties klagen erover dat zij te weinig tijd krijgen om hun achterban te raadplegen.