Gegen die Entscheidung des Präsidenten auf einen einseitigen Antrag hin kann nämlich eine Drittwiderspruchsklage eingelegt werden (Artikel 1033 und 1122 des Gerichtsgesetzbuches), die dann, wenn sie für begründet erklärt wird, im vorliegenden Fall ausreichend vergleichbar ist mit den Folgen eines Nichtigkeitsurteils des Staatsrates, damit die angefochtene Bestimmung der Prüfung der Verfassungsmässigkeit standhalten kann.
De beslissing van de voorzitter, op eenzijdig verzoekschrift, is immers vatbaar voor derdenverzet (artikelen 1033 en 1122 van het Gerechtelijk Wetboek) dat, als het gegrond wordt bevonden, te dezen voldoende vergelijkbaar is met de gevolgen van een vernietigingsarrest van de Raad van State opdat de aangevochten bepaling de grondwettigheidstoetsing kan doorstaan.