Der Staatsrat war nämlich der Auffassung, dass der betreffende Hafenbetrieb keine Verwaltungsbefugnis in Bezug auf den Kanal Gent-Terneuzen besaß und dass die Nutzung der Wasserfläche des Kanals Gent-Terneuzen durch die klagende Partei die Erhebung von Hafengebühren nicht rechtfertigen konnte.
De Raad van State was met name van oordeel dat het betrokken havenbedrijf niet beschikte over een beheersbevoegdheid met betrekking tot het kanaal Gent-Terneuzen en dat het gebruik van het wateroppervlak van het kanaal Gent-Terneuzen door de verzoekende partij de heffing van havengelden niet kon verantwoorden.