Dieses Gesetz findet Anwendung auf die Beamten, die « aufgrund einer endgültigen Ernennung oder einer damit durch oder aufgrund des Gesetzes gleichgesetzten Ernennung der allgemeinen Verwaltung angehören und aus der Staatskasse besoldet werden » (Artikel 1 Absatz 1).
Die wet is van toepassing op de ambtenaren die « ingevolge een vaste benoeming of ingevolge een door of krachtens de wet daarmee gelijkgestelde benoeming, deel uitmaken van het algemene bestuur en uit de Staatskas worden bezoldigd » (artikel 1, eerste lid).