Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Vertaling van "staatsangehörigkeit ihrer eltern " (Duits → Nederlands) :

„Mit diesem letzten Schritt des EU-Vertragsverletzungsverfahrens wollen wir sicherstellen, dass alle EU-Bürger ihre Rechte unabhängig von der Staatsangehörigkeit ihrer Eltern vollständig ausüben können".

Met deze laatste fase van de EU-inbreukprocedure willen wij garanderen dat alle EU-burgers, ongeacht de nationaliteit van hun ouders, hun rechten volledig kunnen uitoefenen".


Es ist zu prüfen, ob die Bedingung, dass für die Verwandten in aufsteigender Linie ihre minderjährigen belgischen Verwandten in absteigender Linie aufkommen, nicht zu einem nicht zu rechtfertigenden Behandlungsunterschied zwischen belgischen Kindern je nach der Staatsangehörigkeit ihrer Eltern führt, oder nicht das Recht dieser Kinder auf Achtung ihres Familienlebens auf unverhältnismässige Weise verletzt.

Er dient te worden onderzocht of de voorwaarde dat de bloedverwanten in de opgaande lijn « ten laste » worden genomen door hun minderjarige Belgische bloedverwanten in de neergaande lijn, een niet te verantwoorden verschil in behandeling in het leven roept tussen Belgische kinderen naar gelang van de nationaliteit van hun ouders, of op onevenredige wijze afbreuk doet aan het recht van die kinderen op de eerbiediging van hun gezinsleven.


11. nimmt Berichte über Kinder, die von mobilen Arbeitskräften aus Rumänien und Bulgarien, die eine Beschäftigung in anderen EU-Ländern suchen, „zurückgelassen wurden“, zur Kenntnis; betont, dass dies eine vollkommen inakzeptable Situation auch bezüglich der Pflichten der entsendenden Länder ist; besteht darauf, dass die Mitgliedstaaten dafür sorgen müssen, dass die Kinder mobiler EU-Arbeitskräfte nicht Schwierigkeiten hinsichtlich ihrer Staatsangehörigkeit oder Bürgerschaft wegen der Arbeitswahl ihrer Eltern bekommen, und dass ihne ...[+++]

11. wijst op verslagen die melding maken van mobiele werknemers uit Roemenië en Bulgarije die hun kinderen achterlaten om werk te kunnen vinden in andere EU-landen; vindt dit een volstrekt onaanvaardbare situatie, ook ten aanzien van de verplichtingen van de landen van herkomst; verzoekt de lidstaten om te waarborgen dat de kinderen van mobiele werknemers uit de EU niet voor moeilijkheden komen te staan met betrekking tot hun nationaliteit of burgerschap door de arbeidskeuzes van hun ouders, en om hen te ondersteunen met alle middelen die nodig zijn voor hun welzijn, onderwijs en levensvooruitzichten;


49. ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten dafür sorgen sollten, dass die Kinder von mobilen EU-Arbeitnehmern nicht mit durch berufliche Entscheidungen ihrer Eltern bedingten Schwierigkeiten im Zusammenhang mit ihrer Staatsangehörigkeit bzw. Bürgerschaft konfrontiert werden und dass die besonderen Bedürfnisse der Kinder mobiler Arbeitnehmer angemessen erforscht werden, damit auf politischer Ebene wirksam auf diese Bedürfnisse reagiert werden kann;

49. is van mening dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de kinderen van mobiele werknemers uit de EU niet te kampen hebben met moeilijkheden met betrekking tot hun nationaliteit of burgerschap door de arbeidskeuzes van hun ouders, en dat de bijzondere behoeften van kinderen van mobiele werknemers op een adequate manier moeten worden onderzocht om te zorgen voor effectieve beleidsmaatregelen;


27. ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten dafür sorgen sollten, dass die Kinder von mobilen Arbeitnehmern nicht mit durch berufliche Entscheidungen ihrer Eltern bedingten Schwierigkeiten im Zusammenhang mit ihrer Nationalität oder Staatsangehörigkeit konfrontiert werden und dass die besonderen Bedürfnisse der Kinder mobiler Arbeitnehmer angemessen erforscht werden, damit auf politischer Ebene wirksam auf diese Bedürfnisse reagiert werden kann.

27. is van mening dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de kinderen van mobiele werknemers uit de EU niet te kampen hebben met moeilijkheden met betrekking tot hun nationaliteit of burgerschap door de arbeidskeuzes van hun ouders, en dat de bijzondere behoeften van kinderen van mobiele werknemers op een adequate manier moeten worden onderzocht om te zorgen voor effectieve beleidsmaatregelen.


49. ist der Ansicht, dass die Mitgliedstaaten dafür sorgen sollten, dass die Kinder von mobilen EU-Arbeitnehmern nicht mit durch berufliche Entscheidungen ihrer Eltern bedingten Schwierigkeiten im Zusammenhang mit ihrer Staatsangehörigkeit bzw. Bürgerschaft konfrontiert werden und dass die besonderen Bedürfnisse der Kinder mobiler Arbeitnehmer angemessen erforscht werden, damit auf politischer Ebene wirksam auf diese Bedürfnisse reagiert werden kann;

49. is van mening dat de lidstaten ervoor moeten zorgen dat de kinderen van mobiele werknemers uit de EU niet te kampen hebben met moeilijkheden met betrekking tot hun nationaliteit of burgerschap door de arbeidskeuzes van hun ouders, en dat de bijzondere behoeften van kinderen van mobiele werknemers op een adequate manier moeten worden onderzocht om te zorgen voor effectieve beleidsmaatregelen;


Schliesslich schafft das Gesetz, indem es künftig den Vorteil von Artikel 10 Absatz 1 des Gesetzbuches über die belgische Staatsangehörigkeit nur den in Belgien als staatenlos geborenen Kindern vorbehält, für die ein einfacher Verwaltungsschritt nicht genügt, damit ihnen die Staatsangehörigkeit des Staates ihrer Eltern oder eines ihrer Elternteile zugeteilt wird, kein unüberwindbares Hindernis, damit jedes sich in Belgien aufhaltende Kind eine bestimmte Staatsangehörigkeit erhalten kann, und d ...[+++]

Door het voordeel van artikel 10, eerste lid, van het Wetboek van de Belgische nationaliteit voortaan uitsluitend voor te behouden aan de kinderen die als staatloze in België zijn geboren en voor wie een eenvoudige administratieve handeling niet volstaat om hun de nationaliteit van de Staat van hun ouders of van een van hen te laten toekennen, voert de wet immers geen onoverkomelijke hindernis in om voor ieder kind dat in België verblijft een bepaalde nationaliteit te verkrijgen en de in B.8.3 vermelde redenen vormen motieven van alge ...[+++]


In der ersten präjudiziellen Frage fragt der vorlegende Richter den Hof, ob der Behandlungsunterschied zwischen minderjährigen belgischen Kindern je nachdem, ob ihre Eltern die belgische Staatsangehörigkeit besässen oder nicht, infolge der Anwendung von Artikel 40 § 6 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 auf minderjährige belgische Kinder, deren Eltern nicht die belgische Staatsangehörigkeit besässen und die nicht für den Unterhalt ihrer ausländischen Elter ...[+++]

In de eerste prejudiciële vraag ondervraagt de verwijzende rechter het Hof over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 22, 23, 24 en 191 van de Grondwet en met de artikelen 8 en 14 van het Europees Verdrag voor de rechten van de mens, van het verschil in behandeling tussen de minderjarige Belgische kinderen naargelang hun ouders al dan niet de Belgische nationaliteit hebben, en dat zou voortvloeien uit de toepassing van artikel 40, § 6, van de wet van 15 december 1980 op het minderjarige Belgische kind wiens ouders niet de Belgische nationaliteit hebben en dat zijn ...[+++]


« Verstösst Artikel 57 § 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren in der zuletzt durch das Programmgesetz vom 22. Dezember 2003 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 2 Absatz 2, 3 Absatz 2, 9 und 10 - insbesondere - des Internationalen Ubereinkommens über die Rechte des Kindes, und zwar im Vergleich zur Situation belgischer Kinder, die aus belgischen oder ausländischen Eltern geboren sind, die aber zum Aufenthalt zugelassen sind, oder zur Situation ausländischer Kinder von ausländischen Eltern mit illegalem Aufenthalt, insofer ...[+++]

« Schendt artikel 57, § 2, van de wet van 8 juli 1976, zoals laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2.2, 3.2, 9 en 10, in het bijzonder, van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, en zulks in vergelijking met de situatie van Belgische kinderen geboren uit Belgische ouders of vreemdelingen die echter toegelaten zijn tot het verblijf, of met de situatie van vreemde kinderen van vreemde ouders met onwettig verblijf, in zoverre het, ten aanzien van personen van vreemde nationaliteit, met onwettig verb ...[+++]


« Verstösst Artikel 57 § 2 des Grundlagengesetzes vom 8. Juli 1976 über die öffentlichen Sozialhilfezentren in der zuletzt durch das Programmgesetz vom 22. Dezember 2003 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, an sich oder in Verbindung mit den Artikeln 2 Absatz 2, 3 Absatz 2, 9 und 10 - insbesondere - des Internationalen Ubereinkommens über die Rechte des Kindes, und zwar im Vergleich zur Situation belgischer Kinder, die aus belgischen oder ausländischen Eltern geboren sind, die aber zum Aufenthalt zugelassen sind, oder zur Situation ausländischer Kinder von ausländischen Eltern mit illegalem Aufenthalt, insofer ...[+++]

« Schendt artikel 57, § 2, van de wet van 8 juli 1976, zoals laatstelijk gewijzigd bij de programmawet van 22 december 2003, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2.2, 3.2, 9 en 10, in het bijzonder, van het Internationaal Verdrag inzake de rechten van het kind, en zulks in vergelijking met de situatie van Belgische kinderen geboren uit Belgische ouders of vreemdelingen die echter toegelaten zijn tot het verblijf, of met de situatie van vreemde kinderen van vreemde ouders met onwettig verblijf, in zoverre het, ten aanzien van personen van vreemde nationaliteit, met onwettig verb ...[+++]


w