Vertaling van "staatenlose beim " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

Staatenlose | Staatenloser
staatloze | staatloze persoon

Sozialarbeiter beim Militär | Sozialarbeiter beim Militär/Sozialarbeiterin beim Militär | Sozialarbeiterin beim Militär
militair maatschappelijk werker | bedrijfsmaatschappelijk werker krijgsmacht | maatschappelijk werker krijgsmacht

Direktorin für Richtlinien und Informationssicherheit beim Glücksspiel | Direktor für Richtlinien und Informationssicherheit beim Glücksspiel | Direktor für Richtlinien und Informationssicherheit beim Glücksspiel/Direktorin für Richtlinien und Informationssicherheit beim Glücksspiel
complianceofficer loterij | hoofd informatiebeveiliging | hoofd compliance en informatiebeveiliging kansspelen | manager informatieveiligheid

Generalkommissariat für Flüchtlinge und Staatenlose | CGRA [Abbr.]
Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen | CGVS [Abbr.]

Staatenloser
staatloze

Generalsekretariat für Flüchtlinge und Staatenlose
Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen

Generalkommissar für Flüchtlinge und Staatenlose
Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen

bei der Abfertigung helfen | bei der Anmeldung helfen | beim Check-in helfen | beim Check-in unterstützen
gasten ontvangen | helpen bij het inchecken | bij de receptie van een hotel werken | bij de registratie assisteren

Unfall beim Transport [ Straßenverkehrsunfall | Verkehrsunfall ]
ongeval bij het vervoer

Ständige Vertretung beim Rat der EU
permanente vertegenwoordiging bij de EU

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

Jedes EU-Land hat die Fingerabdrücke aller Asylbewerber und der Personen, die beim illegalen Überschreiten der Grenzen aufgegriffen wurden (z. B. Staatsangehörige von Nicht-EU/EWR-Ländern oder Staatenlose, die ohne gültige Papiere einreisen) im Alter von über 14 Jahren abzunehmen und die Daten innerhalb von 72 Stunden an Eurodac zu übermitteln.
Ieder EU-land moet vingerafdrukken nemen van asielzoekers en mensen van boven de 14 jaar die illegaal een grens proberen over te steken (bijv. niet-EU/EER-onderdanen of staatlozen die zonder geldige documenten binnenkomen) en deze gegevens binnen 72 uur naar Eurodac zenden.

Einige Asylbewerber und Staatsangehörige von Nicht-EU/EWR-Ländern oder Staatenlose haben es abgelehnt, beim Versuch der EU-Länder zu kooperieren, die Fingerabdruckdaten in der Eurodac-Datenbank zu erfassen.
Sommige asielzoekers en niet-EU/EER-onderdanen of staatlozen hebben geweigerd mee te werken aan de pogingen van EU-landen om vingerafdrukken te nemen voor de Eurodac-gegevensbank.

„Unbeschadet der Verpflichtungen aus dem am 20. April 1959 in Straßburg unterzeichneten Europäischen Übereinkommen über die Aufhebung des Sichtvermerkzwangs für Flüchtlinge müssen Personen mit Flüchtlingsstatus und Staatenlose beim Überschreiten der Außengrenzen der Mitgliedstaaten im Besitz eines Visums sein, wenn das Drittland, in dem sie ihren Wohnsitz haben und das ihnen ihr Reisedokument ausgestellt hat, in der Liste in Anhang I dieser Verordnung aufgeführt ist.“
„Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit de op 20 april 1959 te Straatsburg ondertekende Europese Overeenkomst inzake de afschaffing van visa voor vluchtelingen, dienen personen met een vluchtelingenstatus en staatlozen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit te zijn van een visum indien het derde land waar zij verblijven en dat hun reisdocumenten heeft afgegeven, voorkomt op de lijst van bijlage I bij deze verordening”.

Dem Ministerrat zufolge könne bei den Ausländern, denen eine Anweisung zum Verlassen des Staatsgebiets notifiziert worden sei, kein Vergleich vorgenommen werden zwischen denjenigen, die beim Generalkommissar für Flüchtlinge und Staatenlose, beim Ständigen Widerspruchsausschuss für Flüchtlinge oder beim Staatsrat eine Klage erhoben hätten, und denjenigen, die einen Antrag auf Anerkennung der Staatenlosigkeit oder aufgrund von Artikel 9 Absatz 3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 einen Regularisierungsantrag eingereicht hätten.
Onder de vreemdelingen aan wie een bevel om het grondgebied te verlaten is betekend, kunnen, volgens de Ministerraad, diegenen die voor de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen of voor de Raad van State een beroep hebben ingesteld, niet worden vergeleken met de vreemdelingen die een aanvraag tot erkenning van staatloosheid of een regularisatieaanvraag op grond van artikel 9, derde lid, van de wet van 15 december 1980 hebben ingediend.

- ob sie beim Generalkommissar für Flüchtlinge und Staatenlose, beim Ständigen Widerspruchsausschuss für Flüchtlinge oder beim Staatsrat Klage erhoben haben - und Sozialhilfe erhalten;
- zij voor de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen of de Raad van State een beroep hebben ingesteld - en maatschappelijke dienstverlening genieten;

Die verweisenden Richter fragen den Hof, ob Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung, gegebenenfalls in Verbindung mit anderen Verfassungsbestimmungen oder Bestimmungen des internationalen Rechts, vereinbar sei, insofern er dahingehend ausgelegt werde, dass er einen Behandlungsunterschied einführe zwischen einerseits den Ausländern, die ihre Anerkennung als Flüchtling beantragt hätten, deren Antrag abgewiesen worden sei und die eine Anweisung zum Verlassen des Staatsgebietes erhalten hätten, solange nicht über die von ihnen beim Staatsrat gegen die in Anwendung von Artikel 63.3 des Gesetzes vom 15. Dezember 1980 getroffene Entscheidung des Generalkommissars für Flüchtlinge und Staatenlose oder gegen die Entscheidung des Ständigen Widerspruchsausschusses für Flüchtlinge eingereichten Klagen befunden worden sei, und andererseits den Ausländern, deren aufgrund des Gesetzes vom 22. Dezember 1999 eingereichter Regularisierungsantrag durch den Innenminister abgewiesen worden sei und die Klage gegen diese Entscheidung beim Staatsrat eingereicht hätten, wobei das Gesetz vom 22. Dezember 1999 dahingehend ausgelegt werde, dass während der Prüfung des Regularisierungsantrags Artikel 14 dieses Gesetzes die Anwendung von Artikel 57 § 2 des Gesetzes über die öffentlichen Sozialhilfezentren verhindere.
De verwijzende rechters vragen het Hof of artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet bestaanbaar is met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met andere grondwetsbepalingen of bepalingen van internationaal recht, in zoverre het in die zin zou worden geïnterpreteerd dat het een verschil in behandeling invoert tussen, enerzijds, de vreemdelingen die gevraagd hebben als vluchteling te worden erkend, wier aanvraag werd verworpen en die het bevel hebben gekregen het grondgebied te verlaten, zolang de beroepen die zij voor de Raad van State hebben ingesteld tegen de beslissing van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen, genomen met toepassing van artikel 63.3 van de wet van 15 december 1980, of tegen de beslissing van de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen, niet werden beslecht, en, anderzijds, de vreemdelingen die het voorwerp zijn geweest van een negatieve beslissing van de Minister van Binnenlandse Zaken na een aanvraag tot regularisatie te hebben ingediend op grond van de wet van 22 december 1999 en die tegen die beslissing beroep bij de Raad van State hebben ingesteld, waarbij de wet van 22 december 1999 in die zin wordt geïnterpreteerd dat gedurende het onderzoek van de aanvraag tot regularisatie, artikel 14 van die wet de toepassing van artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet belet.

Der Verweisungsrichter befragt den Hof darüber, ob Artikel 57 § 2 des ÖSHZ-Gesetzes gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung verstösst, insoweit diese Bestimmung auch auf die Kategorie von Personen anwendbar ist, die gemäss dem Gesetz vom 22. Dezember 1999 einen Regularisierungsantrag eingereicht haben und sich illegal auf dem Staatsgebiet aufhalten, die aber aufgrund von Artikel 14 dieses Gesetzes nicht effektiv entfernt werden, solange ihr Antrag untersucht wird, während den Ausländern, deren Asylantrag abgewiesen wurde und die gegen die bestätigende Verweigerungsentscheidung des Generalkommissars für Flüchtlinge und Staatenlose beim Staatsrat Klage erhoben haben, wohl Sozialhilfe bewilligt werden kann.
De verwijzende rechter vraagt het Hof of artikel 57, § 2, van de O.C. M.W.-wet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet schendt doordat die bepaling ook van toepassing is op de categorie van aanvragers tot regularisatie overeenkomstig de wet van 22 december 1999 die illegaal op het grondgebied verblijven, maar die op grond van artikel 14 van die wet feitelijk niet worden verwijderd zolang hun aanvraag wordt onderzocht, terwijl aan vreemdelingen wier asielaanvraag werd verworpen en die tegen de bevestigende weigeringsbeslissing van de Commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen beroep hebben ingesteld bij de Raad van State, wel maatschappelijke dienstverlening kan worden verstrekt.

Unbeschadet der Verpflichtungen aus dem am 20. April 1959 in Straßburg unterzeichneten Europäischen Übereinkommen über die Aufhebung des Sichtvermerkzwangs für Flüchtlinge müssen Personen mit Flüchtlingsstatus und Staatenlose beim Überschreiten der Außengrenzen der Mitgliedstaaten im Besitz eines Visums sein, wenn das Drittland, in dem sie ihren Wohnsitz haben und das ihnen ihr Reisedokument ausgestellt hat, in der Liste in Anhang I dieser Verordnung aufgeführt ist.
Onverminderd de verplichtingen die voortvloeien uit de op 20 april 1959 te Straatsburg ondertekende Europese Overeenkomst inzake de afschaffing van visa voor vluchtelingen, dienen personen met een vluchtelingenstatus en staatlozen bij het overschrijden van de buitengrenzen van de lidstaten in het bezit te zijn van een visum indien het derde land waar zij verblijven en dat hun reisdocumenten heeft afgegeven, voorkomt op de lijst van bijlage I bij deze verordening.