(2) Im Einklang mit dem Verfahren nach Artikel 78 Absatz 2 der Verordnung (EU) Nr. 1306/2013 können die Termine gemäß Absatz 1 dieses Artikels für bestimmte Gebiete, in denen außergewöhnliche klimatische Bedingungen herrschen, auf einen späteren Zeitpunkt festgesetzt werden.
2. Overeenkomstig de in artikel 78, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 bedoelde procedure mogen de in lid 1 van het onderhavige artikel bedoelde uiterste datums op een latere datum worden vastgesteld in bepaalde zones die aan uitzonderlijke klimatologische onderhevig zijn.