22. ist der Auffassung, dass sich jede Zusammenarbeit mit den Mitgliedstaaten und Beitrittsländern auf die Durchführung vorrangiger Informationskampagnen konzentrieren muss, die zwar auf Gemeinschaftsebene festzulegen sind, jedoch die kulturellen und sprachlichen Unterschiede berücksichtigen müssen;
22. is van mening dat alle samenwerking met de lidstaten en kandidaat-lidstaten geconcentreerd moet zijn op het opzetten van prioritaire voorlichtingscampagnes die op communautair niveau zijn gedefinieerd, maar zijn aangepast aan de culturele en taalkundige verscheidenheid;