Es erhebe sich die Frage, warum die Sprachminderheiten in anderen als den « bestimmten Gebieten des Landes », die in den Artikel 14 bis 16 des Sprachgesetzes aufgezählt würden, in Strafsachen nicht auf dieselbe ausgewogene Weise geschützt werden müssten.
De vraag rijst waarom de taalminderheden in andere dan de « bepaalde gebieden van het land », zoals opgesomd in de artikelen 14 tot 16 van de taalwet in strafzaken niet op dezelfde evenwichtige wijze dienen te worden beschermd.