Der Hof habe in seinem Urteil vom 26. März 1986 gleichwohl erklärt, dass Artikel 4 der Verfassung an sich keine Änderung der Rechtsordnung zur Folge habe und dass man aus diesem Artikel nicht ableiten könne, er erlege selbst Verpflichtungen bezüglich des Sprachengebrauchs oder eine Bedingung bezüglich der Sprachenkenntnis für öffentliche Mandatsträger auf.
Het Hof heeft in zijn arrest van 26 maart 1986 evenwel verklaard dat artikel 4 van de Grondwet op zichzelf geen wijziging van de juridische ordening tot gevolg heeft en dat uit dat artikel niet mag worden afgeleid dat het zelf verplichtingen inzake het gebruik van de talen of een voorwaarde inzake talenkennis voor publieke mandatarissen zou opleggen.