6° bei einer Pflanzendecke, die sich aus Sorten zusammensetzt, die in Liste 1 der Anlage II angegeben sind oder bei einer spontanen Pflanzendecke muss der Landwirt diese Pflanzendecke zu gegebener Zeit zwischen dem 15. Januar und dem 31. August mähen, um die Samenbildung dieser Pflanzen zu verhindern.
6° In geval van een bodembedekking met in lijst 1 bij bijlage II opgenomen ingezaaide soorten of van een spontane bodembedekking, moet de landbouwer dat plantendek tijdig en in elk geval tussen 15 januari en 31 augustus maaien ter voorkoming van de zaadvorming van planten.