Vertaling van "sparkassen oder ähnliche institute " (Duits → Nederlands) :

Alle bereits bestehenden und nach dem maßgebenden einzelstaatlichem Recht vor dem 31. Dezember 2012 als Gegenseitigkeitsgesellschaften, Genossenschaften, Sparkassen oder ähnliche Institute anerkannten Einrichtungen bleiben ungeachtet ihrer Rechtsform für die Zwecke des Teils 2 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013 entsprechend eingestuft, solange sie weiterhin die Kriterien erfüllen, die für ihre Anerkennung als entsprechende Einrichtung nach dem maßgebenden einzelstaatlichen Recht ausschlaggebend waren.
Alle bestaande instellingen die volgens het toepasselijke nationale recht reeds vóór 31 december 2012 zijn opgericht en erkend als onderlinge maatschappij, coöperatie, spaarinstelling of soortgelijke instelling, blijven als dusdanig aangemerkt worden voor de toepassing van deel twee van Verordening (EU) nr. 575/2013, ongeacht hun rechtsvorm, voor zover zij blijven voldoen aan de criteria die volgens het toepasselijke nationale recht tot deze erkenning hebben geleid.

Deshalb sollten die Mitgliedstaaten die Möglichkeit haben, Genossenschaften im Sinne des Artikels 2 Nummer 14 der Richtlinie 2006/43/EG, Sparkassen oder ähnliche Unternehmen nach Artikel 45 der Richtlinie 86/635/EWG oder ihre Tochterunternehmen oder Rechtsnachfolger aus dem Geltungsbereich dieser Verordnung auszunehmen, sofern die Grundsätze der Unabhängigkeit gemäß der Richtlinie 2006/43/EG eingehalten werden.
Dienovereenkomstig zouden de lidstaten de mogelijkheid moeten hebben coöperaties in de zin van artikel 2, punt 14, van Richtlijn 2006/43/EG, spaarbanken en soortgelijke entiteiten als bedoeld in artikel 45 van Richtlijn 86/635/EEG of hun dochterondernemingen of rechtsopvolgers uit te zonderen van deze verordening, mits is voldaan aan de beginselen van onafhankelijkheid als neergelegd in Richtlijn 2006/43/EG.

Mit Blick auf die Anwendung der Eigenmittelvorschriften auf Gegenseitigkeitsgesellschaften, Genossenschaften, Sparkassen und ähnliche Institute ist den Besonderheiten solcher Institute in angemessener Weise Rechnung zu tragen.
Om de eigenvermogensvoorschriften toe te passen op onderlinge maatschappijen, coöperaties, spaarinstellingen en soortgelijke instellingen, moet op passende wijze rekening worden gehouden met de specifieke kenmerken van deze instellingen.

Dies erfordert zusätzlich zu den durch spezifische Eigenmittelanforderungen für die betreffenden Arten von Instituten ergänzten oder geänderten allgemeinen Eigenmittelanforderungen eine Präzisierung der Voraussetzungen, anhand deren die zuständigen Behörden entscheiden können, ob eine nach dem maßgebenden einzelstaatlichen Recht anerkannte Unternehmensform mit Blick auf die Eigenmittel als Gegenseitigkeitsgesellschaft, Genossenschaft, Sparkasse oder ähnliches Institut gilt; auf diese Weise soll das Risiko gemindert werden, dass ein Institut den besonderen Status einer Gegenseitigkeitsgesellschaft, einer Genossenschaft, einer Sparkasse oder eines ähnlichen Instituts, für das unter Umständen spezifische Eigenmittelanforderungen gelten, für sich in Anspruch nehmen kann, obwohl es keinerlei Merkmale aufweist, die den Instituten des genossenschaftlichen Bankensektors in der Union gemeinsam sind.
Naast de algemene eigenvermogensvereisten zoals toegevoegd of gewijzigd door specifieke vereisten wat het eigen vermogen voor dit soort instellingen betreft, moet worden omschreven volgens welke voorwaarden bevoegde autoriteiten kunnen vaststellen dat een soort onderneming die in het nationale recht is erkend, voor de toepassing van het eigen vermogen in aanmerking komt als onderlinge maatschappij, coöperatie, spaarinstelling of soortgelijke instelling. Het doel is het risico te beperken dat een instelling onder de specifieke rechtsvorm van onderlinge maatschappij, coöperatie, spaarinstelling of soortgelijke instelling waarvoor specifieke eigenvermogensvereisten kunnen gelden, werkzaamheden verricht zonder daarvoor kenmerken te bezitten die coöperatieve bankinstellingen van de Unie gemeenschappelijk hebben.

Bei Instituten, die nach den maßgebenden einzelstaatlichen Rechtsvorschriften als Gegenseitigkeitsgesellschaft, Genossenschaft, Sparkasse oder ähnliches Institut anerkannt sind, ist es in bestimmten Fällen angezeigt, zwischen den Inhabern von Kernkapitalinstrumenten des Instituts und den Mitgliedern des betreffenden Instituts zu unterscheiden, da Letztere in der Regel Kapitalinstrumente halten müssen, um Dividendenzahlungen und einen Teil der Gewinne und Rücklagen beanspruchen zu können.
Voor een instelling die volgens het toepasselijke nationale recht als onderlinge maatschappij, coöperatie, spaarinstelling of soortgelijke instelling is erkend, moet in sommige gevallen onderscheid worden gemaakt tussen de houders van tier 1-kernkapitaalinstrumenten en de leden van deze instelling, aangezien leden over het algemeen verplicht zijn kapitaalinstrumenten te bezitten om het recht op dividenden alsmede het recht op een deel van de winsten en reserves te kunnen laten gelden.

Bedingungen, anhand deren die zuständigen Behörden entscheiden können, ob eine im maßgebenden einzelstaatlichen Recht anerkannte Unternehmensform als Gegenseitigkeitsgesellschaft, Genossenschaft, Sparkasse oder ähnliches Institut gilt — gemäß Artikel 27 Absatz 2 der Verordnung (EU) Nr. 575/2013;
de voorwaarden waaronder de bevoegde autoriteiten kunnen bepalen dat een categorie ondernemingen die in het toepasselijke nationale recht is erkend, als onderlinge maatschappij, coöperatie, spaarinstelling of soortgelijke instelling kan worden aangemerkt, overeenkomstig artikel 27, lid 2, van Verordening (EU) nr. 575/2013;

(1) Stellen die zuständigen Behörden gemäß Artikel 97 fest, dass Institute mit ähnlichen Risikoprofilen – beispielsweise aufgrund ähnlicher Geschäftsmodelle oder ähnlicher Belegenheit der Risikopositionen – ähnlichen Risiken ausgesetzt sind oder sein könnten oder für das Finanzsystem ein ähnliches Risiko darstellen, können sie den Prozess der aufsichtlichen Überprüfung und Bewertung nach Artikel 97 für diese Institute in ähnlicher oder gleicher Weise durchführen.
1. Indien de bevoegde autoriteiten krachtens artikel 97 concluderen dat instellingen met vergelijkbare risicoprofielen zoals vergelijkbare bedrijfsmodellen of een vergelijkbare geografische locatie van blootstellingen, aan vergelijkbare risico's zijn of kunnen zijn blootgesteld of vergelijkbare risico's voor het financiële stelsel vormen, kunnen zij het in artikel 97 bedoelde proces van toetsing en evaluatie op een vergelijkbare of identieke manier op deze instellingen toepassen.

Mit welchem Zeitraum und mit welchen Kosten ist zu rechnen; welche Institution, soweit eine Überwachungs- oder ähnliche Funktion notwendig ist, wäre am besten dafür geeignet?
Aan welke termijn wordt gedacht, hoe hoog zullen de kosten zijn en welke instantie kan het best, mocht dit nodig zijn, met de controle of het toezicht worden belast?

7. Aktiva, die nach Auffassung der zuständigen Behörden durch Sicherheiten in Form von Wertpapieren der Zentralregierungen oder Zentralbanken der Zone A bzw. Wertpapieren der Europäischen Gemeinschaften oder durch Bareinlagen bei dem kreditgebenden Institut bzw. durch Einlagenzertifikate oder ähnliche Titel ausreichend gesichert sind, die von dem kreditgebenden Institut ausgegeben wurden und bei ihm hinterlegt sind.
7. activa die ten genoegen van de bevoegde autoriteiten zijn gegarandeerd door onderpand in de vorm van effecten die zijn uitgegeven door centrale overheden of centrale banken van zone A of door de Europese Gemeenschappen, door deposito's in contanten bij de leningverstrekkende instelling of door certificaten van deposito of soortgelijk papier, uitgegeven door en gedeponeerd bij laatstgenoemde instelling.

(1) Unbeschadet des Artikels 44 Absatz 1 können die Mitgliedstaaten Aktivposten mit 20 % gewichten, die nach Auffassung der betreffenden zuständigen Behörden durch Wertpapiere der Regionalregierungen oder der örtlichen Gebietskörperschaften der Zone A, Einlagen bei anderen Kreditinstituten der Zone A als dem kreditgebenden Institut oder Einlagenzertifikate oder ähnliche Wertpapiere dieser Kreditinstitute ausreichend gesichert sind.
1. Onverminderd artikel 44, lid 1, kunnen de lidstaten een wegingsfactor van 20 % toepassen op activa die ten genoegen van de betrokken bevoegde autoriteiten zijn gegarandeerd door onderpand in de vorm van effecten die zijn uitgegeven door regionale of lokale overheden van zone A, door deposito's bij andere kredietinstellingen van zone A dan de leningverstrekkende instelling, of door certificaten van deposito of soortgelijk papier, uitgegeven door deze kredietinstellingen.