Unter Berücksichtigung des Umstandes, dass den bestehenden repräsentativen Arbeitnehmerorganisationen kein Monopol für das Vorschlagen von Kandidaten bei den Sozialwahlen gewährt wird, kann die Möglichkeit der repräsentativen Arbeitnehmerorganisationen, Mitglieder nicht anzunehmen oder auszuschliessen, nicht als unvereinbar mit der Vereinigungsfreiheit angesehen werden.
Rekening houdend met het feit dat aan de bestaande representatieve werknemersorganisaties geen monopolie voor de voordracht van kandidaten bij de sociale verkiezingen wordt verleend, kan de mogelijkheid van niet-aanvaarding of van uitsluiting van leden door de representatieve werknemersorganisaties niet worden beschouwd als onbestaanbaar met de vrijheid van vereniging.