36. fordert diejenigen Mitgliedstaaten, die Übergangsregelungen für die Freizügigkeit der Arbeitnehmer in der Union anwenden, auf, ihren Arbeitsmarkt für Arbeitnehmer aus den neuen Mitgliedstaaten zu öffnen, da Begrenzungen des Zugangs zum Arbeitsmarkt auch in Teilen nicht nur in Widerspruch zu den Grundprinzipien der Union und zum europäischen Geist stehen, sondern auch die nicht angemeldete Erwerbstätigkeit steigern und territoriale Unterschiede verursachen; hält es in diesem Zusammenhang für wesentlich, den Grundsatz der Gleichbehandlung der Arbeitnehmerrechte zu gewährleisten und unlauterem Wettbewerb und Sozialdumping entgegenzuwirken;
36. vraagt aan de lidstaten die ten behoeve van het vrije verkeer van werknemers in de Europese Unie overgangsregelingen hebben ingevoerd hun arbeidsmarkt open te stellen voor werknemers uit de nieuwe lidstaten, gezien het feit dat beperkingen - zelfs van gedeeltelijke aard - van de toegang tot de arbeidsmarkt niet alleen haaks staan op de grondbeginselen van de Unie en de Europese geest, maar er ook toe leiden dat eerder de toevlucht wordt genomen tot zwartwerk en territoriale onevenwichtigheden in de hand werken; is in dit verband van oordeel dat het essentieel is om het principe van gelijke bejegening van werknemersrechten te waarborgen en oneerlijke conc
urrentie en sociale dumping ...[+++] tegen te gaan;