(1) Bei der Umsetzung dieser Verordnung wird die Kohärenz mit anderen Bereichen des auswärtigen Handelns der Union sowie mit sonstigen relevanten Politikbereichen der Union gewährleistet, wie dies in Artikel 208 des Vertrags über die Arbeitsweise der Europäischen Union im Hinblick auf die Politikkohärenz im Interesse der Entwicklung vorgesehen ist.
1. Bij de tenuitvoerlegging van deze verordening moet worden gezorgd voor samenhang met de andere onderdelen van het externe optreden van de Unie en met andere relevante beleidsterreinen, als vastgelegd in artikel 208 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie over de beleidscoherentie voor ontwikkeling.