(1) Die Vertragsparteien fördern, entwickeln und erleichtern Kooperationstätigkeiten zu friedlichen Zwecken gemäß diesem Abkommen und den Gesetzen und sonstigen Rechtsvorschriften beider Vertragsparteien.
1. De partijen bevorderen, ontwikkelen en vergemakkelijken samenwerkingsactiviteiten voor vreedzame doeleinden in overeenstemming met deze overeenkomst en de wet- en regelgeving van beide partijen.