26. stimmt der Auffassung zu, dass die Unabhängigkeit der Prüfer von größter Bedeutung ist und dass Maßnahmen ergriffen werden müssen, um zu enge Bindungen zu vermeiden; schlägt vor, dass die Kommission eine Folgenabschätzung vornimmt, die ein Spektrum a
n Optionen umfassen sollte, insbesondere externe Rotation und die Auswirkungen freiwilliger gemeinsamer Prüfungen; hält eine Stärkung der Unabhängigkeit d
es Abschlussprüfers durch externe Rotation zwar für möglich, vertritt jedoch weiterhin d
...[+++]ie Auffassung, dass nicht die externe Rotation, sondern vielmehr der regelmäßige Wechsel des internen Prüfers die beste regulatorische Lösung darstellt, wie sie auch in der Richtlinie 2006/43/EG ihre Bestätigung gefunden hat, und dass die bestehenden Rotationsregeln für Partner die nötige Unabhängigkeit und damit die Wirksamkeit der Prüfungen gewährleisten; 26. deelt de mening dat de onafhankelijkheid van de auditor van het grootste belang is en dat maatregelen getroffen moeten worden om buitensporige vertrouwd
heid te voorkomen; stelt voor dat de Commissie een effectbeoordeling uitvoert die betrekking heeft op een aant
al opties, met name externe roulatie en het effect van vrijwillige gezamenlijke audits; acht een grotere onafhankelijkheid van de auditor door externe roulatie weliswaar mogelijk, maar blijft van mening dat op het gebied van regelgeving niet de externe roulatie, maar veel
...[+++]eer de interne roulatie van auditors de beste oplossing is, hetgeen ook wordt bevestigd door Richtlijn 2006/43/EG, en dat de bestaande regelingen voor de roulatie van partners zorgen voor de onafhankelijkheid die nodig is om de controles effectief te laten zijn;