Diese könnten, auch wenn die Frist, um das Land zu verlassen, schon verstrichen sei - unter Berücksichtigung der Frist von 60 Tagen, um einen Aussetzungsantrag beim Staatsrat einzureichen -, noch einen solchen Antrag einreichen, während sie sich schon während Wochen oder anderthalb Monaten in einer illegalen Situation befänden.
Die kunnen, ook wanneer de termijn om het land te verlaten reeds verstreken is - gelet op de termijn van 60 dagen om een verzoek tot schorsing van tenuitvoerlegging in te dienen bij de Raad van State - nog een dergelijk verzoek indienen, terwijl zij misschien reeds weken of anderhalve maand illegaal zijn geworden.