34. ist der Auffassung, dass die Verwendung sogenannter „Rahmenrichtlinien“ einhergehen muss mit angemessenen Mechanismen der demokratischen Kontrolle; insbesondere muss das Parlament in Zukunft über einen befristeten „Rückrufmechanismus“ für Rechtsvorschriften verfügen, deren Erlass delegiert wurde;
34. is van mening dat de toepassing van zogenaamde "kaderrichtlijnen" - hand in hand dient te gaan met adequate mechanismen voor democratische controle; met name moet het Parlement in de toekomst beschikken over een tijdgebonden "rappelmechanisme" voor gedelegeerde regelgeving;