Vertaling van "sodass durchschnittlich 50-60 partner " (Duits → Nederlands) :

Im Jahre 2003 waren bereits 176 Städte mit einem sozialen Netz ausgestattet und befanden sich in unterschiedlichen Phasen der Umsetzung der vorgesehenen Maßnahmen (2001 waren 31 Städte dem Programm Sozialnetzwerk beigetreten; 2002 kamen weitere 45 Städte hinzu, weitere 60 folgten im Jahre 2003), sodass durchschnittlich 50-60 Partner pro lokalem Projekt aktiv an diesen Aktionen beteiligt waren.
In 2003 waren 176 gemeenten al met een sociaal netwerk uitgerust en bevonden deze zich in verschillende fasen van de realisering van de geplande acties (in 2001 hadden 31 gemeenten zich aangesloten bij het programma Sociaal netwerk; in 2002 hadden nog eens 45 gemeenten zich hierbij gevoegd, gevolgd door nog eens 60 in 2003); gemiddeld 50/60 partners waren per lokaal project actief bij deze acties betrokken.

Um die Erwärmung der Erde auf durchschnittlich 2°C zu beschränken, müssten bis zum Jahr 2050 die Emissionen weltweit um fast 50 % gegenüber dem Stand von 1990 zurückgegangen sein, was seitens der entwickelten Länder eine Senkung der Emissionen um 60 bis 80 % sowie die sehr weit reichende Einbindung der Entwicklungsländer in diese Maßnahmen erfordern würde.
Het broeikaseffect wordt daardoor aanzienlijk versterkt. Om de opwarming van de planeet tot gemiddeld 2° Celsius te beperken, moeten uiterlijk 2050 de emissies van de gehele planeet ten opzichte van 1990 met circa 50 % zijn gedaald. Dit veronderstelt dat tegen 2050 een vermindering van de uitstoot van de ontwikkelde landen met 60 % à 80 % en een zeer belangrijke progressieve vermindering van de uitstoot van de ontwikkelingslanden wordt gerealiseerd.

Eine solche Verdopplung wäre gleichbedeutend mit einem Preisanstieg von 0,50-0,60 GBP pro Tonne, der somit nach wie vor weitaus geringer ausfallen würde als der Preisanstieg in Großbritannien, sodass die durch die Abgabe im ersten Jahr bedingten Zusatzkosten in Höhe von 1,60 GBP pro Tonne nicht annähernd in vollem Umfang weitergegeben werden konnten.
Een dergelijke verdubbeling zou erop wijzen dat de resulterende prijsstijging 0,50-0,60 GBP/ton bedroeg. Dit is nog steeds aanzienlijk lager dan de prijs in Groot-Brittannië, terwijl er bij lange na geen sprake is van een doorberekening van het volledige extra bedrag van 1,60 GBP/ton dat in het eerste jaar middels de heffing werd opgelegd.

Die durchschnittliche Lebenserwartung der 60-Jährigen ist seit 1960 um fünf Jahre bei den Frauen und um fast vier Jahre bei den Männern gestiegen, sodass sich die Zahl der über 80-Jährigen bis zum Jahr 2050 um 180 % erhöhen wird, während die Geburtenrate gesunken ist.
De gemiddelde levensverwachting van zestigjarigen is sinds 1960 voor vrouwen met vijf jaar toegenomen; voor mannen is dat vier jaar. Dat betekent dat het aantal tachtigplussers in 2050 met 180 procent gestegen zal zijn, en dat terwijl het geboortecijfer omlaag is gegaan.

Personalabbau (60) um rund 12 %, der es gemeinsam mit einer angemessenen Lohnpolitik ermöglichen sollte, die Besatzungskosten von 61,8 Mio. EUR in 2001 im Zeitraum 2003—2006 auf durchschnittlich [.] Mio. EUR und die Kosten für das Landpersonal von 50,3 Mio. EUR in demselben Zeitraum auf [.] Mio. EUR zu senken;
een vermindering van het personeelsbestand (60) met ongeveer 12 %. In combinatie met een gematigd loonbeleid zouden hiermee de bemanningskosten van 61,8 miljoen EUR in 2001 tot gemiddeld [.] miljoen EUR in de periode 2003-2006 teruggebracht moeten kunnen worden, en de lasten voor het walpersoneel van 50,3 miljoen EUR in 2001 tot [.] miljoen EUR in diezelfde periode;

Der durchschnittliche Zuschuss belief sich im Jahr 2000 auf EUR 50 000 und im Jahr 2001 auf EUR 60 000.
De gemiddelde subsidie bedroeg EUR 50 000 in 2000 en EUR 60 000 in 2001.

- Die durchschnittliche Sendezeit, die sämtliche europäischen Programme aller Mitgliedstaaten der Ausstrahlung europäischer Werke vorbehalten, beträgt 60,68 % im Jahr 1999 und 62,18 % im Jahr 2000, was einer Erhöhung von 1,50 Prozentpunkten während des Berichtszeitraums entspricht.
de gemiddelde zendtijd die de Europese kanalen gezamenlijk in alle lidstaten hebben gereserveerd voor Europese producties, bedroeg 60,68 % in 1999 en 62,18 % in 2000, ofwel een stijging met 1,50 procentpunt gedurende de referentieperiode,