Indien het openbaar ministerie, in acht genomen de ernst van de overtreding (artikel 5, e
erste lid), besluit geen strafrechtelijke vervolging in te stellen, meldt het dit aan de door de Koning aangestelde ambtenaar, die dan binnen een termijn van vijf jaar na het feit dat de overtreding uitmaakt (artikel 13) kan beslissen de werkgever een administratieve geldboete op te leggen; hij kan dat ook, indien het openbaar ministerie hem
van zijn beslissing niet binnen de gestelde termijn kennisgeeft (artikelen 4, tweede lid, en 7, tweede lid
...[+++]).