Ungeachtet dessen, ob die in Artikel 119bis § 2 Absatz 2 Nrn. 2, 3 und 4 vorgesehenen Sanktionen « zivilrechtliche Ansprüche und Verpflichtungen » betreffen, oder ob sie strafrechtlicher Art im Sinne von Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention sind, müssen die Rechtsunterworfenen, denen sie auferlegt werden, Anspruch auf eine tatsächliche gerichtliche Kontrolle haben.
Ongeacht of de sancties bedoeld in artikel 119bis, § 2, tweede lid, 2°, 3° en 4°, « burgerlijke rechten en verplichtingen » betreffen dan wel van strafrechtelijke aard zijn in de zin van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens, moeten de rechtzoekenden aan wie ze worden opgelegd aanspraak kunnen maken op een daadwerkelijke jurisdictionele toetsing.