Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com

Traduction de «sie mindestens fünfundzwanzig anrechenbare dienstjahre » (Allemand → Néerlandais) :

- mittels einer Ko-Investition umgesetzt wird, unter der Bedingung, dass die Investition der privatrechtlichen Person innerhalb des Anerkennungsgebiets mindestens fünfundzwanzig Prozent des Gesamtbetrags der Investition innerhalb des Gebiets darstellt, und sie nicht ausschließlich die Form einer Immobiliarvermittlungs-, förderungs- oder -entwicklungsmaßnahme annimmt.

- ofwel via een co-investering op voorwaarde dat de investering van de privaatrechtelijke rechtspersoon binnen de erkenningsomtrek minimum 20 % van het totaalbedrag van de investering binnen de omtrek vertegenwoordigt en dat ze niet uitsluitend de vorm aanneemt van een verrichting voor de onroerende bemiddeling, bevordering of ontwikkeling.


- auf sechzig Jahre für Personen, die mindestens zweiundvierzig Dienstjahre, so wie sie in § 1 Absatz 1 Nr. 1 bestimmt sind, geltend machen können.

- op 60 jaar voor de personen die minstens 42 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden;


- auf einundsechzig Jahre für Personen, die mindestens einundvierzig Dienstjahre, so wie sie in § 1 Absatz 1 Nr. 1 bestimmt sind, geltend machen können,

- op 61 jaar voor de personen die minstens 41 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden;


- auf zweiundsechzig Jahre für Personen, die mindestens vierzig Dienstjahre, so wie sie in § 1 Absatz 1 Nr. 1 bestimmt sind, geltend machen können,

- op 62 jaar voor de personen die minstens 40 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden;


- auf zweiundsechzig Jahre und sechs Monate für Personen, die mindestens einundvierzig Dienstjahre, so wie sie in § 1 Absatz 1 Nr. 1 bestimmt sind, geltend machen können,

- op 62 jaar en 6 maanden voor de personen die minstens 41 dienstjaren vastgesteld overeenkomstig § 1, eerste lid, 1°, kunnen laten gelden;


« Art. 245. Die Gerichtsoffiziere und -beamten, die am Tag des Inkrafttretens dieses Artikels das sechzigste Lebensjahr vollendet haben, werden von Amts wegen in den Ruhestand versetzt, vorausgesetzt, dass sie mindestens fünfundzwanzig anrechenbare Dienstjahre für die Entstehung des Rechtes auf Pension im öffentlichen Sektor zählen, mit Ausnahme der Bonifikationen für Studium und andere Zeitspannen, die für die festsetzung des Gehalts berücksichtigt wurden.

« Art. 245. De gerechtelijke officieren en agenten die op de datum van inwerkingtreding van dit artikel de volle leeftijd van zestig jaar hebben bereikt, worden ambtshalve gepensioneerd op voorwaarde dat zij ten minste vijfentwintig jaar aanneembare dienstjaren tellen voor de opening van het recht op pensioen in de openbare sector, met uitsluiting van de bonificaties voor studies en andere perioden die voor de vaststelling van de wedde in aanmerking werden genomen.


« Art. 245. Die Gerichtsoffiziere und -beamten, die am Tag des Inkrafttretens dieses Artikels das sechzigste Lebensjahr vollendet haben, werden von Amts wegen in den Ruhestand versetzt, vorausgesetzt, dass sie mindestens fünfundzwanzig anrechenbare Dienstjahre für die Entstehung des Rechtes auf Pension im öffentlichen Sektor zählen, mit Ausnahme der Bonifikationen für Studium und andere Zeitspannen, die für die Festsetzung des Gehalts berücksichtigt wurden.

« Art. 245. De gerechtelijke officieren en agenten die op de datum van inwerkingtreding van dit artikel de volle leeftijd van zestig jaar hebben bereikt, worden ambtshalve gepensioneerd op voorwaarde dat zij ten minste vijfentwintig jaar aanneembare dienstjaren tellen voor de opening van het recht op pensioen in de openbare sector, met uitsluiting van de bonificaties voor studies en andere perioden die voor de vaststelling van de wedde in aanmerking werden genomen.


Der Kläger kritisiert den Umstand, dass die von ihm angefochtenen Bestimmungen unter Verletzung der Artikel 10 und 11 der Verfassung die zwangsweise Ruhestandsversetzung - ab dem 5. Januar 1999 - der Gerichtsoffiziere und -beamten, die an diesem Tag das sechzigste Lebensjahr vollendet haben und mindestens fünfundzwanzig anrechenbare Dienstjahre im Sinne der angefochtenen Bestimmung zählen, vorsehen.

De verzoeker klaagt aan dat de door hem aangevochten bepalingen, met schending van de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, voorzien in de ambtshalve pensionering, vanaf 5 januari 1999, van de gerechtelijke officieren en agenten die op die datum de volle leeftijd van zestig jaar hebben bereikt en ten minste vijfentwintig aanneembare dienstjaren tellen in de zin van de aangevochten bepaling.


Der Kläger weist das erforderliche Interesse nach, um die Nichtigerklärung von Artikel 245 Absatz 1 des Gesetzes vom 7. Dezember 1998 zu beantragen, wodurch die Gerichtsoffiziere und -beamten, die an diesem Tag das sechzigste Lebensjahr vollendet haben und mindestens fünfundzwanzig anrechenbare Dienstjahre im Sinne des angefochtenen Gesetzes zählen, von Amts wegen am Tag der Veröffentlichung dieser Bestimmung im Belgischen Staatsblatt, d.h. am 5. Januar 1999, in den Ruhestand versetzt werden.

Hij doet blijken van het vereiste belang om de vernietiging te vorderen van artikel 245, eerste lid, van de wet van 7 december 1998, waarbij de gerechtelijke officieren en agenten die op die datum de volle leeftijd van zestig jaar hebben bereikt en ten minste vijfentwintig aanneembare dienstjaren tellen in de zin van de aangevochten wet, ambtshalve worden gepensioneerd op de datum waarop die bepaling in het Belgisch Staatsblad is bekendgemaakt, namelijk op 5 januari 1999.


Der Kläger habe auch geltend gemacht, dass im Entwurf nicht das Schicksal - vor dem Alter der endgültigen Pensionierung - der Beamten und Offiziere der Gerichtspolizei geregelt worden sei, die in die Föderalpolizei integriert würden und nicht am 1. Januar 2001 das sechzigste Lebensjahr vollendet hätten, und genausowenig das Schicksal der gleichen Mitglieder der Gerichtspolizei, die nicht mindestens fünfundzwanzig anrechenbare Dienstjahre zählen würden und die bis zum Alter von fünfundsechzig Jahren im Amt bleiben könnten.

De verzoeker deed ook gelden dat in het ontwerp niet het lot werd geregeld, vóór de leeftijd van het definitieve pensioen, van de agenten en officieren van de gerechtelijke politie die in de federale politie worden geïntegreerd en niet de volle leeftijd van zestig jaar hebben bereikt op 1 januari 2001, noch dat van dezelfde leden van de gerechtelijke politie die niet ten minste vijfentwintig jaar aanneembare dienstjaren tellen en die zullen kunnen blijven werken tot de lee ...[+++]


w