Sie legt gemeinsame Mindestnormen fest, die bei der Belehrung über die Rechte und den Tatvorwurf bei Personen , die der Begehung einer Straftat verdächtigt oder beschuldigt werden, anzuwenden sind, um das Vertrauen zwischen den Mitgliedstaaten zu stärken.
Zij bevat gemeenschappelijke minimumnormen die – teneinde het wederzijdse vertrouwen tussen de lidstaten te vergroten – moeten gelden voor de informatie over de rechten en over de beschuldiging die aan iemand die verdacht of beschuldigd wordt van een strafbaar feit, moet worden verstrekt.