« Verstossen die Artikel 418 Absatz 1 und 419 Absatz 1 des Einkommensteuergesetzbuches 1992 in der vor ihrer Abänderung durch das Gesetz vom 15. März 1999 über steuerrechtliche Streitsachen geltenden Fassung und Artikel 419 Absatz 1 Nr. 4 desselben
Gesetzbuches in der seit dieser Abänderung geltenden Fassung, dahingehend ausgelegt, dass k
eine Aufschubzinsen gewährt werden für die Steuerschuldner, die die Erstattung von Ber
ufssteuervorabzügen erhalten, die sie ...[+++]spontan aufgrund eines nachher vom Richter aufgelösten Arbeitsvertrags gezahlt haben, gegen die Artikel 10, 11 und 172 der Verfassung, indem sie zu einer Diskriminierung führen zwischen« Schenden de artikelen 418, eerste lid, en 419, eerste lid, van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, zoals ze van toepassing ware
n vóór de wijziging ervan bij de wet van 15 maart 1999 betreffende de beslechting van fiscale geschillen, en artikel 419, eerste lid, 4°, van dat Wetboek, zoals het is geformuleerd sinds die wijziging, in die zin geïnterpreteerd dat zij de toekenning uitsluiten van moratoriuminteresten aan de belastingschuldigen die de terugbetaling verkrijgen van bedrijfsvoorheffing die zij spontaan hebben betaald op grond van een arbeidsovereenkomst die later door de rechter werd ontbonden, de artikelen 10, 11 en 17
...[+++]2 van de Grondwet, doordat zij een discriminatie in het leven roepen