26. vertritt die Ansicht, dass aus Sicht der Außentätigkeit der Gemeinschaft weitaus größere Anstrengungen unternommen werden sollten, um der Ausbreitung von Armut in der Welt entgegenzuwirken, um Stigmatisierung und Diskriminierung zu bekämpfen und weit verbreitete Krankheiten einzudämmen; betont die Notwendigkeit, an den Verpflichtungen der Union im Hinblick auf die Verwirklichung der Millenniums-Entwicklungsziele festzuhalten;
26. is van mening dat er vanuit het oogpunt van extern beleid veel meer dient te worden gedaan om de verspreiding van armoede op de wereld een halt toe te roepen, stigmatisering en discriminatie tegen te gaan en de belangrijkste ziektes te bestrijden; wijst andermaal op het belang van handhaving van de inzet van de Unie voor het behalen van de millenniumdoelen voor ontwikkeling;