26. betont, dass der Rat in diesem Jahr einen Zeitplan für den visafreien Reiseverkehr für die Ukraine beschließen sollte, wie in der Mitteilung der Kommission zur Östlichen Partnerschaft gefordert; fordert den Rat auf, der Kommission ein Mandat zu erteilen, damit sie in naher Zukunft eine Überprüfung des Abkommens über Visaerleichterungen mit der Ukraine durchführen kann, mit dem Ziel, gemäß Artikel 14 Absatz 4 des Abkommens und dem zweiten Schritt des Mobilitäts- und Sicherheitspakts sämtliche Visagebühren aufzuheben;
26. beklemtoont het belang van goedkeuring door de Raad later dit jaar van een routekaart voor visumvrij reizen voor Oekraïne, zoals bepleit in de mededeling van de Commissie betreffende het oostelijk partnerschap; verzoekt de Raad de Commissie te gelasten om in de nabije toekomst de visumversoepelingsovereenkomst met Oekraïne te herzien, teneinde te komen tot de afschaffing van alle visumverplichtingen, overeenkomstig artikel 14, lid 4, van de overeenkomst en de tweede stap van het "pact voor mobiliteit en veiligheid";
