Obwohl in der präjudiziellen Frage auf die Artikel 11 un
d 12 der Verfassung Bezug genommen wird, lässt sich aus den Erwägungen des Ver
weisungsurteils mit Sicherheit ableiten, dass der Hof darin über die Vereinbarkeit von Artikel 334 Absatz 2 des Programmgesetzes vom 27. Dezember 2004 mit den Artikeln 10 und 11 der Verfassung befragt wird, insofern er die Aufrechnung vo
n Steuerforderungen ermöglicht, trotz des Vorliege ...[+++]ns einer Situation der Pfändung, Ubertragung, Konkurrenz oder eines Insolvenzverfahrens, und insbesondere insofern er im Rahmen des Konkursverfahrens somit einen Unterschied unter Gläubigern hervorruft.Hoewel de prejudiciële vraag verwijst naar de artikelen 11 en 12 van de Grondwet, kan uit de overwegingen van het ve
rwijzingsvonnis met zekerheid worden afgeleid dat het Hof daarin wordt ondervraagd over de bestaanbaarheid, met de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, van artikel 334, tweede lid, van de programmawet van 27 december 2004, in zoverre het de schuldvergelijking van fiscale schuldvorderingen mogelijk maakt, niettegenstaande het bestaan v
an een toestand van beslag, overdracht, samenloop of een insolvabiliteitsprocedure, en me
...[+++]er bepaald in zoverre het in het kader van de procedure van het faillissement aldus een onderscheid onder schuldeisers teweegbrengt.