Boost Your Productivity!Translate documents (Ms-Word, Ms-Excel, ...) faster and better thanks to artificial intelligence!
https://pro.wordscope.com
https://blog. wordscope .com
Strafprozessgesetzbuches
« Verstösst Artikel 135 § 2 des

Vertaling van "sich bezieht wohl " (Duits → Nederlands) :

TERMINOLOGIE
Der Teil des Protokolls, der sich auf (die) Punkt(e) ... der Liste der A-Punkte bezieht, ist in Addendum 1 enthalten

De informatie betreffende de punten ... van de lijst staat in addendum 1 bij deze notulen.


Vorrecht,das sich auf eine unbewegliche Sache bezieht

voorrecht op een onroerend goed


Vorsorge treffen,dass die Abgabenbefreiung sich nicht nur auf Zoelle bezieht

vaststellen,dat de vrijstelling niet alleen geldt voor de douanerechten
IN-CONTEXT TRANSLATIONS
« Verstößt Artikel 38 § 6 des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er sich auch auf den Zuwiderhandelnden im Sinne von Artikel 30 § 2 des Gesetzes vom 16. März 1968 bezieht, der somit bei erbrachtem Beweis auf dieselbe Art und Weise wie die Urheber der anderen darin erwähnten Verstöße behandelt wird, während in der ursprünglichen Unterstrafestellung ohne Wiederholung nicht die mögliche Auferlegung eines Fahrverbots vorgesehen ist, wohingegen bei allen anderen aufgeführten ...[+++]

« Schendt artikel 38 § 6 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die mate dat ook de overtreder in de zin van artikel 30 § 2 van de Wet van 16 maart 1968 wordt geviseerd en aldus bij bewezenverklaring op eenzelfde manier wordt behandeld als overtreders van de andere aldaar vernoemde inbreuken terwijl in de initiële strafbaarstelling zonder herhaling niet voorzien is [in] de mogelijke opleg van een rijverbod, maar bij overtreding van alle andere opgesomde overtredingen wel minstens een facultatief rijverbod kan worden opgelegd bij het begaan van het basismisdrijf zon ...[+++]


Die Vorabentscheidungsfrage bezieht sich auf den Behandlungsunterschied zwischen volljährigen Personen mit einem adoptiven Abstammungsverhältnis, die nicht Gegenstand einer einfachen Adoption sein können, und volljährigen Personen mit einem ursprünglichen Abstammungsverhältnis, die wohl Gegenstand einer einfachen Adoption sein können.

De prejudiciële vraag heeft betrekking op het verschil in behandeling dat bestaat tussen meerderjarige personen met een adoptieve afstammingsband, die niet het voorwerp van een gewone adoptie kunnen uitmaken, en meerderjarige personen met een oorspronkelijke afstammingsband, die wel het voorwerp van een gewone adoptie kunnen uitmaken.


Obwohl in dem durch den angefochtenen Artikel 226 abgeänderten Artikel 36ter § 3 Absatz 2 des Dekrets vom 21. Oktober 1997 über die Naturerhaltung und die natürlichen Lebensräume ausdrücklich festgelegt ist, dass die Durchführung einer angemessenen Beurteilung wohl verpflichtend gilt, wenn die bloße Erneuerung der Genehmigung oder die Umwandlung einer Umweltgenehmigung in eine Umgebungsgenehmigung für unbestimmte Dauer sich auf Tätigkeiten bezieht, die materielle Eingriffe in die Umwelt zur Folge haben, reicht diese Bestimmung nicht aus, um den vorerwähn ...[+++]

Hoewel in het door het bestreden artikel 226 gewijzigde artikel 36ter, § 3, tweede lid, van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu uitdrukkelijk wordt bepaald dat het uitvoeren van een passende beoordeling wel verplicht is indien de loutere hernieuwing van de vergunning of de omzetting van een milieuvergunning naar een omgevingsvergunning voor onbepaalde duur, betrekking heeft op activiteiten die fysieke ingrepen in het leefmilieu tot gevolg hebben, is die bepaling niet voldoende om tegemoet te komen aan de bovenvermelde eisen die door de rechtspraak van het Hof van Justitie zijn gesteld.


Bekanntmachung vorgeschrieben durch Artikel 74 des Sondergesetzes vom 6. Januar 1989 In seinem Urteil vom 24. Juni 2016 in Sachen der Staatsanwaltschaft gegen M. D.B., dessen Ausfertigung am 5. Juli 2016 in der Kanzlei des Gerichtshofes eingegangen ist, hat das Polizeigericht Westflandern, Abteilung Brügge, folgende Vorabentscheidungsfrage gestellt: « Verstößt Artikel 38 § 6 des Gesetzes vom 16. März 1968 über die Straßenverkehrspolizei gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, insofern er sich auch auf den Zuwiderhandelnden im Sinne von Artikel 30 § 2 des Gesetzes vom 16. März 1968 bezieht ...[+++]

Bericht voorgeschreven bij artikel 74 van de bijzondere wet van 6 januari 1989 Bij vonnis van 24 juni 2016 in zake het openbaar ministerie tegen M. D.B., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 5 juli 2016, heeft de Politierechtbank West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld : « Schendt artikel 38 § 6 van de Wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer de artikelen 10 en 11 van de Grondwet in die mate dat ook de overtreder in de zin van artikel 30 § 2 van de Wet van 16 maart 1968 wordt geviseerd en aldus bij bewezenverklaring op eenzelfde manier wordt behandeld als overtreders van de andere aldaar vernoemde i ...[+++]


For more results, go to https://pro.wordscope.com to translate your documents with Wordscope Pro!
Daher bezieht sich die zweite Vorabentscheidungsfrage auf die Gleichbehandlung von einerseits bloßen Eigentümern von Betriebsgebäuden (Nichtbenutzungsdekret in Bezug auf Gewerbebetriebsgelände) und andererseits Nießbrauchern von nichtbenutzten Wohnungen und Gebäuden (Dekret in Bezug auf Gebäude/Wohnungen) und anderen Eigentümern von nichtbenutzten Wohnungen, die sich jedoch in unterschiedlichen Situationen befinden, da die bloßen Eigentümer von Betriebsgebäuden der Nichtbenutzung nicht abhelfen könnten, während die Nießbraucher und die vollen Eigentümern von Gebäuden oder Wohnungen dies wohl ...[+++]

Derhalve handelt de tweede prejudiciële vraag over de gelijke behandeling van, enerzijds, naakte eigenaars van bedrijfsgebouwen (Leegstandsdecreet Bedrijfsruimten) en, anderzijds, vruchtgebruikers van leegstaande woningen en gebouwen (Decreet Gebouwen/Woningen) en andere eigenaars van leegstaande woningen, die zich evenwel in verschillende situaties bevinden, aangezien de naakte eigenaars van bedrijfsgebouwen de leegstand niet kunnen verhelpen, terwijl de vruchtgebruikers en de volle eigenaars van gebouwen of woningen dat wel kunnen.


Bezüglich des Vergleichs mit den Personen, auf die sich das Gesetz vom 26. Juni 1990 über den Schutz der Person des Geisteskranken bezieht, ist anzumerken, dass im Gegensatz zu dem, was die klagenden Parteien anführen, im Gesetz wohl eine Rückforderung der Kosten vorgesehen ist, da Artikel 34 Absatz 2 dieses Gesetzes bestimmt, dass die Fahrtkosten und die Kosten für die Aufnahme, den Aufenthalt und die Behandlung in einem psychiat ...[+++]

Wat de vergelijking betreft met de personen die bedoeld zijn in de wet van 26 juni 1990 betreffende de bescherming van de persoon van de geesteszieke, dient te worden opgemerkt dat, anders dan de verzoekende partijen beweren, die wet wel in kostenverhaal voorziet, nu artikel 34, tweede lid, van die wet bepaalt dat de kosten van vervoer, opneming, verblijf en behandeling in een psychiatrische dienst, of in een gezin, en van eventuele overbrenging naar een andere dienst of een ander gezin, ten laste komen van de zieke of, indien het een minderjarige betreft, van zijn wettelijke vertegenwoordigers.


« Verstösst Artikel 3 des Gesetzes vom 13. Mai 1999 zur Förderung des Abschlusses von Landpachtverträgen langer Dauer, der Artikel 8 § 1 Absatz 1 von Buch III Titel VIII Kapitel II Abschnitt 3 des Zivilgesetzbuches - besondere Regeln über die Landpachtverträge, sog. Pachtgesetz - ergänzt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass er sich nicht auf die Ehepartner der Verwandten bis in den vierten Grad, auf die sich diese Bestimmung bezieht, erstreckt, während die Ehepartner der übrigen Verwand ...[+++]

« Schendt artikel 3 van de wet van 13 mei 1999 tot stimulering van langetermijnpachten, dat artikel 8, § 1, eerste lid, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 3, van het Burgerlijk Wetboek - afdeling met als titel ' regels betreffende de pacht in het bijzonder ', die de pachtwet wordt genoemd - aanvult, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op de echtgenoten van de bij die bepaling beoogde bloedverwanten tot de vierde graad, terwijl de echtgenoten van de andere bloedverwanten die zij beoogt wel het voordeel van dat artikel genieten ?


« Verstösst Artikel 3 des Gesetzes vom 13hhhhqMai 1999 zur Förderung des Abschlusses von Landpachtverträgen langer Dauer, der Artikel 8 § 1 Absatz 1 von Buch III Titel VIII Kapitel II Abschnitt 3 des Zivilgesetzbuches - besondere Regeln über die Landpachtverträge, sog. Pachtgesetz - ergänzt, gegen die Artikel 10 und 11 der Verfassung, wenn er dahingehend ausgelegt wird, dass er sich nicht auf die Ehepartner der Verwandten bis in den vierten Grad, auf die sich diese Bestimmung bezieht, erstreckt, während die Ehepartner der übrigen Verw ...[+++]

« Schendt artikel 3 van de wet van 13 mei 1999 tot stimulering van langetermijnpachten, dat artikel 8, § 1, eerste lid, van boek III, titel VIII, hoofdstuk II, afdeling 3, van het Burgerlijk Wetboek - afdeling met als titel ' regels betreffende de pacht in het bijzonder ', die de pachtwet wordt genoemd - aanvult, de artikelen 10 en 11 van de Grondwet wanneer het in die zin wordt geïnterpreteerd dat het niet van toepassing is op de echtgenoten van de door die bepaling beoogde bloedverwanten tot de vierde graad, terwijl de echtgenoten van de andere bloedverwanten die zij beoogt wel het voordeel van dat artikel genieten ?


Sodann ergibt sich aus der Präambel des betreffenden königlichen Erlasses, dass er sehr wohl der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates unterbreitet wurde, während die in der fraglichen Bestimmung enthaltene « Gültigkeitserklärung » sich auf die Missachtung der « Verpflichtung, das Gutachten der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates einzuholen, oder auf den Verstoss gegen die Verpflichtung, die Dringlichkeit des Gutachtenantrags bei der Gesetzgebungsabteilung des Staatsrates mit besonderen Gründen zu versehen » ...[+++]

Vervolgens blijkt uit de aanhef van het desbetreffende koninklijk besluit dat het wel degelijk werd voorgelegd aan de afdeling wetgeving van de Raad van State, terwijl de « geldigverklaring » vervat in de in het geding zijnde bepaling betrekking heeft op de miskenning van « de verplichting om het advies van de afdeling Wetgeving van de Raad van State in te winnen, dan wel de schending van de verplichting om de spoedbehandeling van de adviesaanvraag bij de afdeling Wetgeving van de Raad van State met bijzondere redenen te omkleden ».


« Verstösst Artikel 135 § 2 des [Strafprozessgesetzbuches] in der durch Artikel 30 des Gesetzes vom 12. März 1998 abgeänderten Fassung gegen die Artikel 10 und 11 der koordinierten Verfassung vom 17. Februar 1994 und gegen Artikel 6 der Europäischen Menschenrechtskonvention, soweit er - ausser in dem Fall, auf den sich Artikel 539 des Strafprozessgesetzbuches bezieht - dem Beschuldigten nicht erlaubt, gegen eine Anordnung der Ratskammer Berufung einzulegen, die sich auch darauf bezieht, dass dem Beschuldigten nichts zur Last gelegt wi ...[+++]

« Schendt artikel 135, § 2, [van het Wetboek van Strafvordering,] zoals gewijzigd bij artikel 30 van de wet van 12 maart 1998 de artikelen 10 en 11 van de gecoördineerde Grondwet van 17 februari 1994 en artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens in zoverre het, buiten het geval van artikel 539 van het Wetboek van Strafvordering, de inverdenkinggestelde niet toelaat een hoger beroep in te stellen tegen een beschikking van de raadkamer dat ook betrekking heeft op het feit dat tegen de inverdenkinggestelde generlei bezwaar bestaat (artikel 128 Sv) of dat de contraventionalisering kan gevraagd worden (artikel 129 Sv.), ma ...[+++]




Anderen hebben gezocht naar : sich bezieht wohl     


datacenter (6): www.wordscope.be (v4.0.br)

'sich bezieht wohl' ->

Date index: 2021-03-24
w