21. betont, dass sich die Europa-Mittelmeer-Partnerschaft nicht nur auf Wirtschafts- und Handelsfragen konzentrieren darf; erinnert daran, dass eine enge Beziehung zwischen den drei Pfeilern des Barcelona-Prozesses besteht; bedauert, dass es beim ersten Pfeiler, der zu Frieden und Stabilität beitragen soll, sowie beim dritten Pfeiler, der der menschlichen und sozialen Entwicklung gewidmet ist, kaum zu Fortschritten gekommen ist;
21. wijst erop dat het Euromediterrane partnerschap niet uitsluitend gericht kan zijn op economische en handelsproblemen; herinnert eraan dat de drie pijlers van Barcelona nauw verband houden; betreurt dat noch binnen de eerste pijler, die tot doel heeft bij te dragen tot vrede en stabiliteit, noch binnen de derde pijler, die in het teken staat van menselijke en sociale ontwikkeling, vooruitgang van betekenis is geboekt;
