Dennoch wird der Hof im Gegensatz zu dem, was der Ministerrat anführt, nicht gebeten, die in Strafsachen geltenden Bewei
sregeln, so wie sie sich aus der vorerwähnten Rechtsprechung des Kassa
tionshofes ergeben, anhand der in den präjudiziellen Fragen angeführten Verfassungs- und Vertragsbestimmungen zu prüfen, sondern vielmehr, die Artikel 28 § 2 und 34 § 1 Absatz 2 des Gesetzes vom 5. August 1992 in der angeführt
en Auslegung anhand dieser Bestimmungen zu prü ...[+++]fen.
Niettemin wordt het Hof, in tegenstelling tot wat de Ministerraad aanvoert, niet gevraagd om de in strafzaken geldende bewijsregels, zoals die voortvloeien uit de voormelde rechtspraak van het Hof van Cassatie, te toetsen aan de in de prejudiciële vragen vermelde grondwets- en verdragsbepalingen, maar wel om de artikelen 28, § 2, en 34, § 1, tweede lid, van de wet van 5 augustus 1992, in de aangegeven interpretatie, te toetsen aan die bepalingen.